Gebruikershandleiding
❏ Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
❏ Beeldtype: selecteer de kleur die u wilt gebruiken om de gescande afbeelding op te slaan.
❏ Rotatie: selecteer de rotatiehoek afhankelijk van het origineel dat u wilt scannen.
❏ Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
U kunt de afbeelding aanpassen met de volgende opties.
❏ Tekst verbeteren: selecteer deze optie om wazige letters in het origineel helder en scherp te maken.
❏ Scheefheid document corrigeren: selecteer de juiste schuinte van het origineel.
❏ Blanco pagina overslaan: selecteer deze optie om blanco pagina's over te slaan als deze zich in het origineel
bevinden.
❏ De knop Gedetailleerde instellingen: selecteer om de functie Epson Scan 2 te gebruiken om gescande afbeeldingen
aan te passen.
5. Controleer of de invoerselectie op de scanner correct is ingesteld.
Als u originelen wilt scannen met ADF, stelt u de invoerselectie in op
scannen via de kaartsleuf, stelt u de invoerselectie in op
6. Klik op Scan.
Het gescande document wordt weergegeven in Document Capture Pro.
7. Controleer de gescande afbeeldingen en bewerk ze naar wens.
8. Klik op een van de bestemmingspictogrammen wanneer u de afbeelding hebt gecontroleerd.
Afhankelijk van het pictogram dat u hebt geselecteerd, wordt een van de vensters volgende vensters
weergegeven; Opslaan als, Overdrachtinstellingen, of een ander venster.
Basisbediening scannen
(kaart).
58
(ADF). Als u een plastic kaart wilt