Elektrische aansluiting
6.3
Aansluiten van het instrument
1
Deksel aansluitcompartiment
Schroefdraad behuizing
De schroefdraad va het elektronica- en aansluitcompartiment is gecoat met een
smeerlaklaag.
Vermijd aanvullende smering.
6.3.1
Voedingsspanning
• U = 10,5 ... 35 V
DC
• U = 10,5 ... 30 V
DC
• Nominale stroom: 4 ... 20 mA HART
• De voedingseenheid moet zijn getest om te waarborgen, dat deze voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften (bijv. PELV, SELV, Class 2).
• Houd het volgende aan conform IEC/EN61010-1: neem een passende uitschakelaar op
voor het instrument.
6.3.2
Klemmen
• Voedingsspanning en interne aardklem: 0,5 ... 2,5 mm
• Externe aardklem: 0,5 ... 4 mm
6.3.3
Kabelspecificatie
• De buitendiameter van de kabel hangt af van de gebruikte kabelwartel
• Kabelbuitendiameter
• Kunststof: ⌀5 ... 10 mm (0,2 ... 0,38 in)
• Vernikkeld messing: ⌀7 ... 10,5 mm (0,28 ... 0,41 in)
• Roestvast staal: ⌀7 ... 12 mm (0,28 ... 0,47 in)
20
(Ex d, Ex e, niet-Ex)
(Ex i)
2
(20 ... 12 AWG)
1
2
(20 ... 14 AWG)
Liquiphant FTL64 HART
A0046355
Endress+Hauser