Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.2
Vloer-aanvoertemperatuur begrenzen
U begrenst de aanvoertempera‐
tuur als volgt:
1
Vergrendelingen voor tempe‐
ratuurbegrenzing
2
Markeringspijl
3
Schaalwaarden
Verdelerregelstation - vaste waarde
Het handwiel van de thermostaatkop is van een schaal van 1 t/m 7
voorzien en maakt een traploze instelling van de voorlooptemperatuur
tussen 20 en 70°C mogelijk. De betreffende gewenste temperatuur vindt
u in de tabel:
Schaalwaarde
1
Gewenste tempera‐
20
tuur °C
Doorgaans worden voor oppervlakteverwarmingen geen voorlooptem‐
peraturen boven 50 °C gebruikt. De temperatuur in de verwarmings‐
ketel-/verwarmingsgroep is daarbij vaak aanzienlijk hoger (bijv. 70/50 °C
of 60/40 °C). Om schade aan de vloerconstructie door een te hoge ver‐
warmingstemperatuur te voorkomen, adviseert Viega om de gewenste
waarde van de aanvoertemperatuur op de thermostaatkop passend bij
de inbouwsituatie te begrenzen.
Voorwaarden:
De gewenste waarde is op de thermostaatkop ingesteld
n
(bijv. trap 3 = 37 °C).
De ingestelde temperatuur komt ongeveer overeen met de weergave
n
op de thermometer.
▶
De vergrendelingen telkens direct voor en achter de markeringspijl
plaatsen.
▷
De temperatuurwaarde is vastgezet en tegen ongewenst ver‐
stellen beschermd.
2
3
4
5
28
37
45
53
Gebruik
6
7
62
70
14
Advertenties
Inhoudsopgave
