Systeeminstellingen
Selecteer Stel in > Systeem.
Satelliet: Hiermee stelt u de opties voor het satellietsysteem in
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op het toestel wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of
door de gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Interface: Hiermee stelt u de indeling van de seriële interface in
RINEX logboekregistratie: Hiermee kan het toestel Receiver Independent Exchange Format-gegevens (RINEX)
naar een systeembestand schrijven. RINEX is een gegevensuitwisselingsformaat voor ruwe gegevens van het
satellietnavigatiesysteem.
Satellietinstellingen
Selecteer Stel in > Systeem > Satelliet.
Satellietsysteem: Hiermee wordt het satellietsysteem ingesteld op GPS of Demonstratiemodus (GPS uit).
WAAS/EGNOS: Hiermee kan het systeem gebruikmaken van WAAS/EGNOS-gegevens (Wide Area Augmentation
System/European Geostationary Navigation Overlay Service).
Seriële interface-instellingen
Selecteer Stel in > Systeem > Interface.
Garmin Spanner: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel gebruiken voor de meeste NMEA 0183-conforme
kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken.
Garmin serieel: Hiermee wordt het toestel ingesteld om een eigen standaard van Garmin te gebruiken voor
uitwisseling van gegevens over waypoints, routes en sporen met een computer.
NMEA in/uit: Stelt het toestel in voor standaard NMEA 0183-invoer en -uitvoer.
Tekst uit: Verschaft eenvoudige ASCII-tekstuitvoer van locatie- en snelheidsgegevens.
MTP: Hiermee kunt u instellen dat het toestel het Media Transfer Protocol (MTP) gebruikt om toegang te krijgen
tot het bestandssysteem op het toestel in plaats van de massaopslagmodus.
Scherminstellingen
Selecteer Stel in > Scherm.
Time-out van scherm: Hiermee kunt u de tijd instellen voordat de schermverlichting uitgaat.
Batterijbesparing: Hiermee bespaart u batterijstroom en verlengt u de gebruiksduur van de batterij door het
scherm uit te schakelen wanneer de schermverlichting uitgaat.
Lay-out: Hiermee wijzigt u het uiterlijk van de schermachtergrond en selectiemarkering
pagina 36).
Schermafbeelding: Hiermee kunt u de afbeelding op het scherm van het toestel opslaan.
Tekstgrootte herzien: Hiermee wijzigt u de grootte van de tekst op het scherm.
De kleurmodus wijzigen
1 Selecteer Stel in > Scherm > Lay-out.
2 Selecteer een optie:
• Als u wilt inschakelen dat het toestel automatisch kiest voor dag- of nachtkleuren gebaseerd op het
tijdstip, selecteert u Modus > Automatisch.
• Als u een lichte achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Modus > Dag.
• Als u een donkere achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Modus > Nacht.
• Als u het kleurenschema voor overdag wilt aanpassen, selecteert u Dagkleur.
• Als u het kleurenschema voor de nacht wilt aanpassen, selecteert u Nachtkleur.
36
(Satellietinstellingen,
pagina 36).
(Seriële interface-instellingen,
(De kleurmodus wijzigen,
pagina 36).
Het toestel aanpassen