Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten, de richting vergrendelen en vervolgens naar het object
navigeren.
1 Selecteer Peil en ga.
2 Richt het toestel op een object.
3 Selecteer Zet richting vast > Stel koers in.
4 Navigeer met behulp van het kompas.
Kompasinstellingen
Selecteer op het kompas MENU.
Peil en ga: Hiermee kunt u het toestel op een object in de verte richten en navigeren met het object als
referentiepunt
(Navigeren met Peil en ga,
Navigatie stoppen: Hiermee stopt u de navigatie van de huidige route.
Wijzig dashboard: Hiermee wijzigt u het thema en de informatie die op het dashboard wordt weergegeven.
Stel schaal in: Hiermee stelt u de schaal in voor de afstand tussen punten op de koersafwijkingsindicator.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatigheden vertoont,
bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen
kalibreren,
pagina 12).
De koers instellen: Hiermee kunt u de instellingen voor de kompaskoers aanpassen
pagina 12).
Wijzig gegevensvelden: Hiermee past u de gegevensvelden van het kompas aan.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van het kompas.
Het kompas kalibreren
Voordat u het elektronisch kompas kunt kalibreren, moet u buiten zijn en uit de buurt van objecten die invloed
hebben op magnetische velden, zoals auto's, gebouwen of elektriciteitskabels.
Het toestel is voorzien van een elektronisch kompas met drie assen. U dient het kompas te kalibreren nadat u
lange afstanden hebt afgelegd of wanneer de temperatuur is veranderd.
1 Selecteer op de kompaspagina MENU.
2 Selecteer Kalibreer kompas > Start.
3 Volg de instructies op het scherm.
Koersinstellingen
Druk vanuit het kompas op MENU en selecteer De koers instellen.
Scherm: Hiermee selecteert u het type koersweergave van het kompas.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in.
Ga naar lijn/wijzer: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer op de kaart in. Peiling wijst in de richting van uw
bestemming. Koers toont uw relatie tot de koerslijn die naar de bestemming leidt.
Kompas: Selecteer Auto om over te schakelen van een elektronisch kompas naar een GPS-kompas als u zich
gedurende een bepaalde periode met grotere snelheid verplaatst.
Kalibreer kompas: Hiermee kunt het kompas kalibreren als uw kompas onregelmatigheden vertoont,
bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurschommelingen
kalibreren,
pagina 12).
Tripcomputer
De tripcomputer geeft uw huidige snelheid, de gemiddelde snelheid, de tripteller en andere statistische
gegevens weer. U kunt de indeling van de tripcomputer, het dashboard en de gegevensvelden aanpassen.
12
pagina 12).
(Het kompas
(Koersinstellingen,
(Het kompas
De hoofdpagina's gebruiken