Download Print deze pagina

ª Automatische Belichtingsfunctie; ª Video Flitslicht; ª Handmatige Diafragma-Instelling; ª Digitale Effectfuncties - Panasonic NV-MX2EG Gebruiksaanwijzing

Advertenties

≥Wanneer u een beeld dat is opgenomen in de
bioscoopfunctie weergeeft op een breedbeeldtelevisie
(16:9), zal het formaat van het weergavebeeld automatisch
worden aangepast aan de afmetingen van de tv-beeldbuis.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van
de tv.
≥De Datum/Tijd indicatie kan ontbreken wanneer er beelden
op het scherm worden weergegeven.
≥Afhankelijk van de TV, kan de beeldkwaliteit achteruit
gaan.
≥De bioscoopfunctie wordt geannuleerd wanneer een titel
wordt weergegeven.
ª Automatische belichtingsfunctie
≥Het is niet mogelijk de sluitersnelheid (l 81) of diafragma
(l 81) in te stellen terwijl een van de automatische
belichtingsfuncties is gekozen.
≥U kunt de automatische belichtingsfunctie niet gebruiken
met de onderbelichtings-compensatie functie [GAINUP].
Sportfunctie
≥Tijdens normale weergave is het mogelijk dat de
bewegingen in het beeld niet soepel verlopen.
≥Voorkom het opnemen in deze functie onder tl-buizen,
kwikdamplampen of natriumlampen, omdat de kleur en
helderheid van het weergavebeeld kunnen variëren.
≥Wanneer u onderwerpen opneemt die sterk zijn belicht
of veel licht reflecteren, kan het weergavebeeld
verticale lichtstrepen bevatten.
≥Wanneer er onvoldoende licht is, zal de [5] indicatie
knipperen.
≥Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld knipperen.
Sportfunctie/Portretfunctie
≥Wanneer u een stilstaande beeld opneemt in de
Progressieve Photoshotfunctie, is het mogelijk dat de
helderheid en scherpte van het opgenomen stilstaande
beeld varieert.
Onderbelichtingsfunctie
≥Het kan mogelijk zijn bijzonder donkere scènes
voldoende helder te maken.
Schijnwerperfunctie
≥Wanneer u deze functie gebruikt kan het opgenomen
beeld bijzonder donker zijn.
≥Wanneer een onderwerp bijzonder helder is, is het
mogelijk dat het opgenomen beeld witachtig is.
Strand- en sneeuwfunctie
≥Wanneer een onderwerp bijzonder helder is, is het
mogelijk dat het opgenomen beeld witachtig is.
ª Witbalans
In de volgende gevallen kunt u de witbalans niet
veranderen:
≥Indien u [EFFECT1] van het [DIGITAL EFFECT] submenu
op het [CAMERA FUNCTIONS] hoofdmenu instelt op
[GAINUP], of indien u [EFFECT2] instelt op [SEPIA] of op
[B/W].
≥Indien u de zoom instelt op 10k of meer
≥Tijdens Digitaal stilstaandbeeldfunctie.
≥Wanneer u een Menu weergeeft.
In de onderstaande gevallen knippert de [1] indicatie:
≥De knipperende indicatie geeft aan dat de
witbalansinstelling die u het laatst hebt gemaakt, nog
steeds is opgeslagen. Deze instelling blijft bewaard totdat u
de witbalans nogmaals instelt.
≥Onder zwakke belichting kan nauwkeurige handmatige
instelling van de witbalans onmogelijk zijn.
ª Handmatig instellen van de sluitersnelheid
106
≥Het weergavebeeld van onderwerpen die door felle
bronnen worden belicht of met veel lichtweerkaatsing,
kunnen verticale lichtstrepen bevatten.
≥Tijdens normale weergave, is het mogelijk dat de beweging
van de beelden niet vlot overkomen.
≥Voorkom opnemen onder fluorescerende lampen,
kwikdamplampen of natriumlampen, aangezien deze
fluctuaties in de kleuren en de helderheid van het
weergavebeeld kunnen veroorzaken.
≥Indien u de onderbelichting-compensatiefunctie (l 83) of
ook de automatische belichtingsfunctie gebruikt (l 79),
kunt u de sluitersnelheid niet regelen. Indien de
sluitersnelheid handmatig geregeld werd, zal de instelling
geannuleerd worden.
ª Video Flitslicht
≥Zelfs wanneer het videoflitslicht uit is, bepaalt het
automatisch of het flitslicht nodig is door de omgeven
helderheid aan te voelen. (Indien het flitslicht nodig is, zal
ß
ß
ß
i] of [
j] indicatie in het geel knipperen.)
zowel de [
],[
≥Wanneer BEELD-IN-BEELD weergegeven wordt (de [P-IN-
P] toets wordt ingedrukt) of Titel wordt gecreëerd, zal het
Videoflitslicht ook afgezet worden.
≥Opeenvolgende Photoshot is niet mogelijk indien het
videoflitslicht gebruikt wordt.
≥Wanneer het [FLASH] op het [RECORDING SETUP]
submenu is ingesteld op [AUTO] en de sluitersnelheid,
diafragma of onderbelichting wordt geregeld, de Indicatie
ß
ß
ß
i] of [
j]) kunnen verdwijnen en het
(zowel [
], [
videoflitslicht zal niet afgezet worden.
≥De sluitersnelheid en de diafragmawaarde worden
vastgelegd wanneer het videoflitslicht in gebruik is.
≥Door het videoflitslicht buiten of met achtergrondbelichting
of andere heldere lichttoestanden te gebruiken kunnen er
witte vlekken (kleurvlekken) op de beelden verschijnen.
≥Bij achtergrondbelichtingstoestanden moet u ofwel de
diafragma handmatig regelen of de achtergrond
compensatiefunctie gebruiken.
ª Handmatige diafragma-instelling
≥Afhankelijk van de zoomvergroting, zullen sommige
diafragmawaarden niet weergegeven worden.
≥Indien u de automatische belichtingsfunctie gebruikt (l 79)
kunt u het diafragma niet regelen. Indien het diafragma
handmatig werd geregeld, zal de instelling geannuleerd
worden.
≥Indien u probeert de sluitersnelheid te regelen na het
diafragma te hebben ingesteld, zal de ingestelde waarde
van het diafragma geannuleerd worden.
ª Digitale Effectfuncties
Het is als volgt wanneer [GAINUP] geselecteerd
wordt.
≥Handmatige scherpstellingfunctie
≥De sluitersnelheid en witbalans kunnen niet gebruikt
worden.
≥De sportfunctie [5] en de portretfunctie [7] werden
geannuleerd.
≥Het is niet mogelijk de [MULTI], [P-IN-P], [WIPE], [MIX] of
[TRACER] van [EFFECT1] te gebruiken samen met de
digitale functies van [EFFECT2] op het [DIGITAL EFFECT]
submenu.
≥Indien u [EFFECT2] ingesteld hebt op [B/W] of [SEPIA], is
het niet mogelijk de gekozen wit balans functie te
veranderen. (l 80)

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nv-mx8eg