Wekelijks onderhoud
2
1
5
6
1 Controleer de starter en het starterkoord.
2 Controleer of de trillingsdempingselementen niet
beschadigd zijn.
3 Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder hem en
controleer de afstand tussen de elektroden. Stel de
afstand in op 0,5 mm of vervang de bougie. Zorg ervoor
dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
4 Maak de ventilatorschoepen op het vliegwiel schoon.
5 Maak het vonkenopvangnet van de geluiddemper schoon
of vervang het (geldt alleen bij geluiddempers zonder
katalysator).
6 Maak de carburateurruimte schoon.
7 Maak de koelflenzen op de cilinder schoon en controleer
of de luchtlinlaat bij de starter niet verstopt is.
8 Controleer of de haakse overbrenging voor 3/4 gevuld is
met smeermiddel. Vul indien nodig bij met speciaal vet.
Maandelijks onderhoud
1
4
5
1 Maak de brandstoftank schoon.
2 Maak de buitenkant van de carburateur en de directe
omgeving van de carburateur schoon.
3 Maak het ventilatorwiel en de directe omgeving ervan
schoon.
4 Controleer het brandstoffilter en de brandstofleidingen.
Vervang indien nodig.
5 Controleer alle kabels en aansluitingen.
6 Vervang de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-
ontstoring heeft.
7 Controleer het vonkenopvangnet van de geluiddemper en
maak het eventueel schoon (geldt alleen bij
geluiddempers met katalysator).
ONDERHOUD
4
3
7
8
2
3
6
7
– 23
Dutch