7
|
Installatie van de leidingen
7.1.2 De koelleidingen isoleren
7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
7.2 De koelmiddelleiding aansluiten
7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
34
▪
Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
-
met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK
(0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
-
bestand tegen minstens 120°C
▪
Isolatiedikte
Buitendiameter leiding
(Ø
)
p
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer dan 80% bedraagt,
moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik zijn om condensatie aan de
oppervlakte van de isolatie te voorkomen.
Wat?
Maximaal toegestane leidinglengte
Minimaal toegestane leidinglengte
Maximaal toegestaan hoogteverschil
VOORZICHTIG
▪
Niet ter plaatse braseren of lassen voor units die bij de verzending met R32-
koelmiddel zijn gevuld.
▪
Tijdens de installatie van het koelsysteem moet bij het verbinden van delen
waarvan minstens één deel met koelmiddel gevuld is met de volgende vereisten
rekening worden gehouden: in ruimten waar zich mensen bevinden zijn
permanente verbindingen niet toegelaten voor R32-koelmiddel, behalve voor ter
plaatse gemaakte verbindingen waarbij de binnenunit rechtstreeks op de leiding
wordt aangesloten. Ter plaatse gemaakte verbindingen waarbij leidingen
rechtstreeks op binnenunits worden aangesloten moeten van het niet-
permanente type zijn.
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪
De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪
De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
Binnendiameter isolatie
(Ø
)
i
8~10 mm
12~15 mm
Isolatiedikte (t)
≥10 mm
Afstand
20 m
1,5 m
15 m
RXJ-M(9)_RXA-A(9)_RXM-R(9)_ARXM-R(9)
R32 Split-systeemairconditioners
4P519439-12M – 2021.02