Gebruik
Selecteer de werkmodus
U moet een van deze twee methoden toepassen om het apparaat in te stellen:
1) SMART-modus
In de smart-modus kan het apparaat de temperatuurinstelling automatisch instellen aan de omgeving-
stemperatuur en temperatuurwijziging in het apparaat. Als u geen speciale vereisten hebt, raden we
aan de smart-modus te gebruiken (raadpleeg SMART-MODUS).
2) Handmatige instelmodus:
Als u de temperatuur van het apparatuur handmatig wilt inschakelen voor specifieke etenswaren kunt
u de temperatuur instellen met de temperatuur insteltoets (raadpleeg DE TEMPERATUUR INSTEL-
LEN).
1.
Lock
Hold 3 Sec.
3.
Fridge
12
Deur opening alarm
Wanneer een van de deuren langer dan 1 minuut geopend
wordt, weerklinkt het deur open alarm. Het alarm kan worden
uitgeschakeld door de deur te sluiten of door het bediening-
spaneel aan te raken. Als de deur open wordt gelaten ge-
durende meer dan 7 minuten schakelt het licht in de koelkast
automatisch uit en de verlichting van het bedieningspaneel
schakelt automatisch uit.
Pas de temperatuur aan
De interne temperaturen worden beïnvloed door de volgende
factoren:
▶
▶
▶
▶
2.
Pas de temperatuur aan van de koelkast
1.
2.
Fridge
3.
Als er geen toets wordt ingedrukt binnen 5 sec. wordt de instel-
ling automatisch bevestigt.
Omgevingstemperatuur
Regelmaat van het openen van de deur
Hoeveelheid opgeborgen etenswaren
Installatie van het apparaat
Ontgrendel het paneel door de knop "G" in te drukken als
het vergrendeld is.
Druk op knop "A" (Koelkast) om het koelvak te selecteren.
Er weerklinkt een alarm.
Druk op knop "A" om de temperatuur van de koelkast in
te stellen. De temperatuur stijgt in stappen van 1°C van
een minimum van 1°C tot een maximum van 7°C en
schakelt opnieuw op 1°C als u verder indrukt.
De optimale temperatuur in de koelkast is 5°C. Koudere
temperaturen resulteren in onnodig energieverbruik.
NL