Air-to-water Heat Pump
18. Inbedrijfstelling
18.1 Controle vóór het opstarten
Voor de veiligheid van gebruikers en van de unit, moet de unit worden opgestart om de benodigde controles uit
te voeren alvorens problemen te verhelpen. De onderstaande procedures worden toegepast
De volgende punten moeten door gekwalificeerde reparateurs worden uitgevoerd.
Bevestig samen met de verkoper, dealer, installateur en klanten of de volgende punten al dan niet zijn afgewerkt.
Nr.
Is de inhoud van de installatieaanvraag voor deze unit door de installateur echt? Zo niet, dan wordt het
1
verhelpen van problemen geweigerd.
Is er een schriftelijke kennisgeving waarin wijzigingsvoorstellen zijn opgenomen met betrekking tot een
2
niet-gekwalificeerde installatie?
3
Zijn de installatieaanvraag en de debuglijst samen ingediend?
Nr.
1
Is het uiterlijk van de unit en het interne leidingsysteem in orde tijdens het transport, het dragen of de installatie?
2
Controleer de bij de unit geleverde accessoires op aantal, verpakking enz.
3
Zorg ervoor dat er tekeningen zijn voor de elektrische bedrading, besturing, ontwerp van de pijpleiding enz.
4
Controleer of de unit stabiel geïnstalleerd is en of er voldoende ruimte is voor bediening en reparatie.
5
Test de koelmiddeldruk van elke unit volledig en voer een lekdetectie van de unit uit.
6
Is het waterreservoir stabiel geïnstalleerd en staan de steunen vast wanneer het waterreservoir volledig gevuld is?
7
Zijn de warmte-isolerende maatregelen voor het waterreservoir, de afvoer/-inlaatleidingen en de wateraanvoerleiding in orde?
Zijn de peilmeter van het waterreservoir, de watertemperatuurmeter, de regelaar, de manometer, de
8
overdrukklep en de automatische afvoerklep enz. naar behoren geïnstalleerd en werken zij goed?
9
Komt de voeding overeen met het typeplaatje? Voldoen de netsnoeren aan de geldende voorschriften?
Is de voedings- en besturingsbedrading correct aangesloten volgens het bedradingsschema? Is de
10
aarding veilig? Is elke aansluitklem stabiel?
11
Zijn de verbindingsleiding, waterpomp, manometer, thermometer, klep enz. correct geïnstalleerd?
12
Is elke klep in het systeem open of gesloten volgens de voorschriften?
13
Bevestig dat de klanten en het inspectiepersoneel van deel A ter plaatse zijn.
14
Is de installatiecontroletabel ingevuld en ondertekend door de installateur?
Let op: Als er een punt gemarkeerd is met ×, breng dan de installateur op de hoogte. Bovenstaande punten zijn slechts ter referentie.
Beoordeel de volgende punten (als er niets is ingevuld, wordt er naar de kwalificatie gekeken.)
a: Voeding en elektrisch controlesysteem
c: Verwarmingsproblemen van de unit
e: Probleem met de pijpleiding
Normale troubleshooting kan niet worden uitgevoerd voordat alle punten voor de installatie zijn afgevinkt. Eventuele
problemen moeten eerst worden opgelost. De installateur is verantwoordelijk voor alle kosten voor vertraging bij het
(opnieuw) verhelpen van problemen als gevolg van een probleem dat niet onmiddellijk wordt opgelost.
Dien het schema van de wijzigingsverslagen in bij de installateur.
Is het schriftelijke wijzigingsverslag dat na de mededeling moet worden ondertekend, aan de installateur verstrekt?
Ja ( )
Nee ( )
Bevestiging van de installatie
Controle vooraf
Algemene evaluatie: Problemen verhelpen □ Wijziging □
b: Berekening van de belasting
d: Geluidsprobleem
f: Overige
48
M O NO B L O C TY P E
√
□
□
□
√
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□
□