Ga naar uw zender.
Beweeg met de zender binnen het gebied waarbinnen de zender
gebruikt moet gaan worden.
Laat de zender aansluitend daar staan en schakel hem niet uit.
Tijdens de soundcheck registreert de ontvanger de radiosignaalpiek en de
audiopiek. In de standaardaanduiding „Soundcheck" wordt het resultaat
van de registratie weergegeven:
RF Max
AF Max
PEAK
Soundcheck
40
0
-10
30
20.24
-20
20
531.375
-30
10
-40
P
RF
AF
RF Min
Weer-
gave
Betekenis
RF Min
Minimale radiosignaalpiek:
Moet voor één van de beide
antennes duidelijk boven de
ruisfilterdrempel liggen
RF Max
Maximale radiosignaalpiek:
Beide antennes moeten
40 dBμV bereiken
AF Max
Maximale audiopiek
Wanneer tijdens de soundcheck slechts één of geen Diversity-aanduiding
gaat branden:
Controleer de correcte positie van de antennes c.q. de antennekabels.
ew300 G3
MHz
Optimalisatiemogelijkheden
Instellingen en functies
Controleer de aansluiting van
de antennes en antenne-
kabels.
Zoek een betere plaats voor
de antenne.
Maak eventueel gebruik van
een antennebooster.
Moduleer de audiopiek op uw
zender zo hoog mogelijk, zon-
der dat een volledige uitslag
te zien is
(AF Max
ter hoogte
van de aanduiding PEAK).
In de gebruiksaanwijzing van
de zender is informatie m.b.t.
dit onderwerp vermeld.
33