Handleiding
8 8 Storingsdiagnose
Onderstaande diagnosestelling van de motor- en generatorstoring heeft betrekking op algemene
oorzaken en is geldig voor de meeste toepassingen. Bij het verhelpen van de storing dient de
motor te worden stilgezet en zonodig af te laten koelen. Werken aan een warme motor kan
ernstige brandwonden tot gevolg hebben. Bel Bredenoord in alle gevallen die met behulp van
onderstaand schema niet verholpen kunnen worden.
Storingsindicatie
Motor start niet:
motor klikt, maar
gaat niet rond.
Motor draait wel,
maar slaat niet aan.
Motor slaat aan bij
starten, maar stopt
bij loslaten
overbruggingsschake
laar
De motor stopt
tijdens normaal
gebruik
lampje
"laadstroomcontrole"
brandt.
(Laadcontrolefout)
Motor stopt en
lampje
"motorstoring"
brandt.
Mogelijke oorzaak
de accupoolklemmen
zitten los of zijn
geoxideerd.
de accu's zijn leeg
geen brandstof
oliepeil of koelwaterpeil is
te laag
oliedruk te laag
lekbakniveau te hoog
geen brandstof meer
overbelasting van de
motor
V-snaar gebroken
koolborstels versleten
laaddynamo defect
oliedruk te laag
lekbakniveau te hoog
Koelvloeistofniveau te
laag
motortemperatuur is te
hoog
Oplossing
accupoolklemmen schoonmaken en/of
vastzetten.
accu's bijladen
brandstof bijvullen
vul de olie of koelvloeistof bij
Controleer het smeerolieniveau en vul zo
nodig bij.
Tap de lekbak af. De vloeistof kan olie en
brandstof bevatten. Zorg voor
milieuvriendelijke verwerking van deze
vloeistof. Controleer de machine op
slangbreuk en lekkage.
brandstof bijvullen
belasting verminderen
Bel Bredenoord voor reparatie van de
onderdelen.
Controleer het smeerolieniveau en vul zo
nodig bij.
Controleer de lekbak, hier hoort geen
vloeistof in te staan. Bel Bredenoord in
geval van lekkage en probeer niet
opnieuw het aggregaat te starten.
Controleer het koelvloeistofniveau. Als dit
te laag is: laat de motor minstens 1 uur
afkoelen en vul de vloeistof bij.
zorg voor voldoende ventilatieruimte
rondom het aggregaat. Verwijder
eventuele vervuiling rondom de radiator.
27