Bedieningsinstructie
Als de nadraaitijd op het moment van indrukken van de stopknop al verlopen is, zal de motor
direct stoppen, anders stopt de motor na afloop van de nadraaitijd.
7.2.2 Automaatbedrijf
In de stand "AUTO" van de bedrijfskeuzeschakelaar (13) zal het aggregaat automatisch opstarten
wanneer klemmen X10: 11 en 14 (zie elektrotechnische schema's) met elkaar worden verbon-
den.
Stel met de 10-slags potentiometer P1 (34) in de besturingskast het maximaal te leveren
vermogen in. Stand 10 is maximaal. De instelling is nagenoeg lineair, dus bij een instelling
van 5 zal het te leveren vermogen ca 50% van het maximum zijn.
Zet de bedrijfskeuzeschakelaar (13) in de stand "AUTO".
Het display licht op en het hoofdmenu wordt getoond.
Selecteer in het display (9) het instellingenmenu.
Controleer de stand van de schakelaar EILAND/PARALLEL. Die moet op PARALLEL staan,
zoniet, draai hem dan in de stand PARALLEL.
Controleer de stand van de schakelaar NET/GENERATOR. Die moet op NET staan, zoniet,
draai hem dan in de stand NET.
Selecteer in het display (9) het hoofdmenu.
Het aggregaat staat nu stand-by. Indien d.m.v. een extern contact de klemmen X10: 11/14 wor-
den verbonden zal het aggregaat automatisch opstarten, het aggregaat zal synchroniseren met
het net, de generatorschakelaar wordt ingeschakeld en het met potmeter P1 ingestelde vermogen
wordt geleidelijk aan het net geleverd.. De "ramptijd" kan ingesteld worden met potentiometer
(34) in de besturingskast.
Als de motor bij een eerste poging niet aanslaat wordt automatisch een volgende poging gedaan
en eventueel nog een. In totaal worden drie startpogingen gedaan voordat de machine op storing
gaat.
Wordt het externe contact verbroken, dan wordt het door het aggregaat geleverde vermogen
geleidelijk afgebouwd en de generatorschakelaar zal afschakelen. Tenslotte zal de motor stoppen
na afloop van de nadraaitijd.
7.3
Parallelbedrijf met zusteraggregaat
LET OP!
Parallelbedrijf mag alleen door vakbekwaam (Bredenoord) personeel uitgevoerd
worden. Het aggregaat moet op deskundige wijze ingesteld en afgeregeld worden
Het aggregaat kan parallel draaien met een zusteraggregaat. Dat kan nodig zijn als het gevraagde
vermogen het maximale vermogen van een enkel aggregaat overstijgt. Parallelbedrijf met een
zusteraggregaat kan zowel handmatig als automatisch.
Men moet zich ervan vergewissen dat de beide aggregaten correct aangesloten zijn en dat de
draaivelden gelijke richting hebben
©
-
Bredenoord
Aggregaten
31
–
1260
kVA
november
2008
versie
1.0