Bedieningsinstructie
Selecteer in het display (9) het hoofdmenu.
Druk de startknop (11) in.
De dieselmotor zal starten
Wacht tot in het display (9) de melding "BEVEILIGINGEN IN" groen geworden is.
Draai de bedrijfskeuzeschakelaar (13) naar de stand "BELAST".
Controleer spanning en frequentie..
Druk de schakelaar "GEN. SCHAK. IN" (14) in.
Het aggregaat zal synchroniseren met het net, de generatorschakelaar wordt ingeschakeld en
het met de potentiometer P1 ingestelde vermogen zal geleidelijk aan het net geleverd worden. De
"ramptijd" ofwel de snelheid waarmee het geleverde vermogen verhoogd wordt, kan desgewenst
ingesteld worden met een instelpotentiometer in de besturingskast.(zie figuur).
Regel desgewenst met potmeter P1 (34) het door het aggregaat te leveren vermogen bij. Het
geleverde vermogen is af te lezen op de Multi Data Meter (5).
Stoppen
Draai de schakelaar "LOADSHARING" (16) naar de stand "UNLOAD" en houd hem in die
stand.
Het door het aggregaat geleverde vermogen zal verminderen. Dat kan men zien op de ampèreme-
ters (1,2,3) , de Muli Data Meter (5) of op het display. Zodra het geleverde vermogen minimaal
is, kan de generatorschakelaar afgeschakeld worden.
Wacht tot het geleverde vermogen nagenoeg 0 kW is.
Druk op de knop "GEN. SCHAK. UIT" (15).
De generatorschakelaar wordt afgeschakeld.
Nu kunt u de schakelaar (16) weer loslaten.
Laat de motor nog een vijftal minuten nadraaien om af te koelen.
Druk op "STOP" (12).
©
-
Bredenoord
Aggregaten
30
Potmeter instelling max. vermogen
Potmeter instelling "ramp"
Figuur 11: Potmeters instellingen
–
1260
kVA
november
2008
versie
1.0