32
MLI Ultra 12/1250, 24/1250 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Accubankconfiguratie met de CZone Configuration Tool
Voorwaarden: - een CZone-systeem is al geconfigureerd, inclusief alle batterijen;
- de CZone Configuration Tool heeft het bewuste configuratiebestand geopend.
1. Ga in de CZone Configuration Tool naar de Modules tab en dubbelklik op de MLI Ultra die als
Primary batterij zal fungeren.
2. Het venster Module Modifications verschijnt. Klik op de knop Advanced Settings.
3. In de vervolgkeuzelijst Cluster Type, selecteer Cluster Primary.
4. Cluster DC Instance wordt gebruikt om een onderscheid te maken tussen meerdere
monitoringbronnen.
5. Voer een Cluster Name in.
6. Klik op Configure Topology.
Het venster Configured Battery Cluster Topology verschijnt.
7. Voer het aantal accu's in serie in het veld (S) in. Als er geen accu's in serie zijn, voer dan 1 in.
8. Voer het aantal accu's in parallel in het veld (P) in. Als er geen accu's in parallel zijn, voer dan 1
in.
9. Om spanningsbalans tussen de cellen in serie te activeren, selecteert u ON in de vervolgkeuzelijst
Series Balancing.
10. Klik op OK om terug te keren naar het venster Advanced Settings.
11. Klik op OK om terug te keren naar het venster Module Modifications en klik dan op Alarm/Switch
Settings.
12. Het venster Battery Alarm/Switch Settings verschijnt. Om deze instellingen te kopiëren van de
primaire batterij naar alle secundaire batterijen, selecteert u Apply to cluster.
13. Blijf op OK klikken totdat alle dialoogvensters zijn verdwenen.
14. Schrijf de configuratie naar het netwerk om de nieuwe configuratie te gebruiken.
Om de primaire accu te identificeren, gaat u naar het tabblad Meters. De batterij met twee DC-
instanties is de primaire accu.