11
MLI Ultra 12/1250, 24/1250 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Laden
De MLI Ultra kan worden opgeladen met elke Mastervolt-acculader, zoals de ChargeMaster Plus-
serie, of bijvoorbeeld met een ProMariner ProSport HD of ProNautic. Zorg ervoor dat de lader
compatibel is met lithium ion en voldoet aan de laadparameters van de MLI Ultra. Stel het accutype
in op MLI of stel de 3-Step+ (ook bekend als IuoUo) laadkarakteristiek als volgt in:
Model
Bulk / absorptiespanning
Floatspanning
12 V
14.25 V
13.5 V
24V
28.5 V
27 V
LED B knippert geel wanneer de laadstatus (SOC) laag is. Zorg ervoor dat u oplaadt wanneer de
laadstatus laag is om de levensduur te behouden.
Herstel van diepe ontlading
Als de MLI Ultra is, laadt de ingebouwde 1A-lader de cellen op tot 2,5 V. Daarna wordt een zelftest
op de cellen automatisch geactiveerd om te testen of de cellen beschadigd zijn door de diepe
ontlading. Wanneer het resultaat in orde is, wordt de accu ingeschakeld en kan normaal laden
beginnen. Wanneer het resultaat niet in orde is, brandt LED A constant rood. Neem in dat geval
contact op met uw Mastervolt-dealer.
Houd er rekening mee dat deze procedure 30 minuten tot 5 uur kan duren!
Opladen bij lage temperatuur
Gebruik geen sensor voor temperatuurgecompenseerd laden. De temperaturen van de accu en de
cellen worden bewaakt door het ingebouwde BMS. Als de temperatuur van de MLI Ultra is dan 0°C,
wordt een ingebouwde verwarming automatisch ingeschakeld totdat 5°C is bereikt of de lader wordt
losgekoppeld. Deze verwarming kan ook worden geregeld via MasterBus-events of CZone-circuits.