MLI Ultra 12/1250, 24/1250 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Hulpconnector
FUNCTIE
Analoge SoC-uitgang
Max. vermogen: 1mA
Hulprelais
Max. vermogen: 30V
Niet gebruikt
Afbeelding 8: zesaderige hulpkabel met beslag
• Indicatie laadstatus (SoC)
Draadpaar 3 en 6 kunnen worden gebruikt om de SoC op externe apparatuur te bewaken, waarbij
10 V = 100% en 0 V = 0%. Om dit in te schakelen, selecteert u de optie "SOC 0-10V" op het
tabblad Configuration, zie pagina 20.
• Hulprelais (potentiaalvrij contact)
Draadpaar 4 en 5 kunnen worden gebruikt om een extern apparaat zoals een schakelaar, relais of
lamp aan te sturen. Dit gebeurt in combinatie met een MasterBus-eventcommando of CZone-
circuit.
DRAADKLEUR
Groen (0 – 10V
Zwart (GND)
Geel
/1A
Wit
DC
Rood
Blauw
PIN
)
6
DC
3
4
5
Afbeelding 7: connector
1
2
0-10
V
GND
RELAIS
op de MLI Ultra
ROOD
BLAUW
GROEN
ZWART
GEEL
WIT
17
VDC
GND