③ Knop Koppelen
④ Knop Modus
⑤ Audio-LED
⑥ LED voor demping
⑦ RF-LED
⑧ Knop Kanaal
⑨ Knop Groep
Stemapparaatmodus
① Indicator Te lage noot
② Stembalkdisplay
③ Indicator Te hoge noot
④ Notendisplay
⑤ Knop Modus
⑥ Pijltjesknoppen
UN (bedieningselementen ontgrendeld)
-- (frequentie niet beschikbaar)
Druk hierop om de ontvanger handmatig aan een zender te koppelen of om de functie Ex-
tern-ID te activeren.
Druk hierop om de audioversterkingsregeling in te schakelen. Stel met de ▲ ▼ knoppen de
versterking in.
Het oplichten komt overeen met het audioniveau. Snel knipperen duidt op audio-oversturing.
Licht op als het audio-uitgangssignaal wordt gedempt.
•
AAN = gekoppelde zender is ingeschakeld
•
Knipperen = bezig met zoeken naar zender
•
UIT= gekoppelde zender uitgeschakeld of zender ontkoppeld
Druk hierop om een kanaal te selecteren en te bewerken.
Druk hierop om een groep te selecteren en te bewerken.
Licht op wanneer een noot te laag is.
LED's lichten op om toonhoogteafwijking aan te geven.
Licht op wanneer een noot te hoog is.
Geeft de naam van de noot aan of (--) als het stemapparaat inactief is.
Druk hierop om de instellingen van het stemapparaatmenu te openen.
Gebruik de ▲ ▼ knoppen voor het selecteren en bewerken van menu-instellingen.
Shure Incorporated
5/37