Handleiding
Bij het TN-stelsel wordt er als beveiliging tegen aanraking aardlekmodules
gebruikt. Bij het gebruik hiervan dient het aggregaat deugdelijk geaard te zijn.
Wanneer er geen goede aarding in de buurt aanwezig is wordt dit gedaan door
een aardpen te slaan. Plaats deze pen niet zelf, het bepalen van de lengte en
positie van een aardpen vereist diverse metingen. Zonder een goed aarding
werkt de aardlekbeveiliging niet goed en dat kan levensgevaarlijke situaties
opleveren. De aarding wordt aangesloten op het gestel via een aardingsbout.
Bredenoord kan u vertellen welke bedrijven de aardpen deskundig kunnen
plaatsen.
Het aggregaat levert stroom met een rechts draaiveld via een 3 fase aansluiting, L1, L2, L3 en N.
In de hoofdstroomkast bevinden zich aansluitrails of aansluitklemmen waar de kabels op
aangesloten worden. Sluit de belasting aan volgens EN-50110 en houdt bij het aansluiten
rekening met de volgende punten:
Sluit alleen goedgekeurde stekkers of kabels aan op het aggregaat.
-
Controleer of de aansluitrails en kabelschoenen aan de kabels schoon en vuilvrij zijn.
-
Breng kabels alleen via de kabeldoorvoer in de kast, de deur moet tijdens bedrijf gesloten zijn.
-
Gebruik degelijk gereedschap om de kabels aan te sluiten.
-
De kabel moet goed vastzitten maar verniel de schroefdraad niet. Vast is vast.
-
Gebruik altijd een gezekerde verdeelkast om gebruikers aan te sluiten op het aggregaat.
-
Rechtstreeks aansluiten van een apparaat op het aggregaat is alleen toegestaan bij gebruik
van een aardlekmodule.
Bredenoord Aggregaten
©
Figuur 3: Aardingsbout
Hoofdschakelaar
Aansluitrails
Figuur 4: Hoofdstroom
9