Handleiding
5.3 Indicatielampen, schakelaars en bedieningsknoppen
15
Lamptest
16
Beveiligingen in
17
Oliedruk hoofdalarm
18
Koelwatertemperatuur
hoofdalarm
19
Koelwaterniveau
20
Frequentiefout
21
Generatorschakelaar in
22
Noodstop
Bredenoord Aggregaten
©
Deze drukschakelaar zal, indien bekrachtigd, de lampen van
het bedieningspaneel doen oplichten. Door regelmatig de
lampen te testen kunnen defecten aan de signaallampen tijdig
gedetecteerd worden.
Tijdens het starten van de motor worden de beveiligingen
kortstondig overbrugd omdat o.a. de olie eerst op druk moet
komen. Deze lamp geeft aan wanneer de beveiligingen weer
zijn ingeschakeld.
Komt de oliedruk beneden de toegestane waarde (3 bar) dan
zal deze indicator oplichten. Om grote motorschade te
voorkomen zal de motor automatisch worden uitgeschakeld
Wanneer de koelwatertemperatuur boven de maximale waarde
(108 ºC) komt zal de motor automatisch uitschakelen en zal
deze indicator oplichten
Daalt het koelwater tot beneden het toegestane niveau, dan
zal de motor automatisch uitgeschakeld worden en zal deze
indicator oplichten. Controleer de radiateurleidingen en de
waterpomp op lekkage. Wanneer er geen storingen zijn kan
het koelwater bijgevuld worden.
Brandt deze indicator dan is de frequentie beneden de 47Hz of
boven de 53 Hz gekomen. De motor zal uitgeschakeld
worden.
Indicatielampje dat oplicht als de generatorschakelaar
ingeschakeld is.
Zodra deze indicator oplicht is de noodstopknop bekrachtigd.
Het aggregaat kan alleen weer gestart worden nadat de
noodstopknop weer ontgrendeld is en de
bedrijfskeuzeschakelaar even in de stand "UIT" gezet is.
14