Vochtregeling
9
Vochtregeling
9.1
Regelstrategie
De vochtregeling wordt afhankelijk van de configuratie van de installatie uitgevoerd aan de hand van een van de volgende
regelstrategieën. Voor de instelling van streefwaarden en dode zones zie het hoofdstuk hierna „9.2 Streefwaarde instel-
len" op bladzijde 54.
9.1.1
Toevoerluchtregeling
De vochtigheid van de toevoerlucht wordt voortdurend vergeleken met de vochtstreefwaarde en bij een afwijking bijge-
regeld. In geval van bevochtiging wordt de bevochtiger geheel opgeregeld. In geval van ontvochtiging wordt de voor de
ontvochtiging bedoelde koeling geheel opgeregeld.
9.1.2
Afvoerluchtregeling
De vochtigheid van de afvoerlucht wordt voortdurend vergeleken met de vochtstreefwaarde en bij een afwijking bijgere-
geld. In geval van bevochtiging wordt de bevochtiger geheel opgeregeld. In geval van ontvochtiging wordt de voor de
ontvochtiging bedoelde koeling geheel opgeregeld.
9.1.3
Ruimteregeling
De ruimte vochtstreefwaarde wordt voortdurend vergeleken met het vochtstreefwaarde en bij een afwijking bijgeregeld.
In geval van bevochtiging wordt de bevochtiger geheel opgeregeld. In geval van ontvochtiging wordt de voor de ontvoch-
tiging bedoelde koeling geheel opgeregeld.
9.1.4
Toevoer-afvoerlucht-cascaderegeling
De vochtigheid van de afvoerlucht wordt voortdurend vergeleken met de vochtstreefwaarde en bij een afwijking bijge-
regeld. Hiervoor wordt er een toevoerlucht streefwaarde berekend die zich binnen de minimum en maximum toevoer-
luchtgrens bevindt. De vochtigheid van de toevoerlucht wordt voortdurend vergeleken met het act toev setp en bij een
afwijking bijgeregeld. In geval van bevochtiging wordt de bevochtiger geheel opgeregeld. In geval van ontvochtiging
wordt de voor de ontvochtiging bedoelde koeling geheel opgeregeld.
9.1.5
Toevoerlucht-ruimte-cascaderegeling
De ruimte vochtstreefwaarde wordt voortdurend vergeleken met het vochtstreefwaarde en bij een afwijking bijgeregeld.
Hiervoor wordt er een toevoerlucht streefwaarde berekend die zich binnen de minimum en maximum toevoerluchtgrens
bevindt. De ruimte vochtstreefwaarde wordt voortdurend vergeleken met het toev lucht setp en bij een afwijking bijge-
regeld. In geval van bevochtiging wordt de bevochtiger geheel opgeregeld. In geval van ontvochtiging wordt de voor de
ontvochtiging bedoelde koeling geheel opgeregeld.
9.1.6
Bewaking dauwpunt
Het dauwpunt in de ruimte wordt met behulp van ruimte vochtstreefwaarde en actuele ruimtetemperatuur berekend.
Rekening houdend met een instelbare dode zone dauwpunt wordt de onderste grenswaarde van de toevoerluchttempe-
ratuur vastgelegd en overgebracht aan de temperatuurregeling. Deze functie dient voor de gebouwbeveiliging.
Voor de instelling van de dode zone zie het hoofdstuk hierna „9.2 Streefwaarde instellen" op bladzijde 54.
3421373
AANWIJZING!
De functie is afhankelijk van de configuratie en uitvoering van de installatie beschikbaar.
Wijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden!
53