Aansluiting van de koudemiddelleidingen
De aansluiting van de koudemiddelleidingen ter plaatse geschiedt op een hoek van het apparaat binnen het
systeemplafond. Eventueel moet op de buitenunit een verloopnippel naar een grotere of kleinere diameter
worden geïnstalleerd. Deze schroefverbindingen worden standaard meegeleverd met de buitenunit. Na de
montage moeten de verbindingen dampdiffusiedicht worden geïsoleerd.
Vermogen
Binnenunit
Aansluiting
EL
SL
2,0 kW
1/4"
3/8"
2,6 kW
1/4"
3/8"
3,5 kW
1/4"
3/8"
5,2 kW
1/4"
3/8"
Aanwijzing: SL = Zuigleiding (grote buis), EL = Inspuitleiding (kleine buis)
AANWIJZING!
Een afneembare verbinding mag uitsluitend buiten de ruimte worden gemaakt. Gebruik voor het aan-
sluiten van de binnenunits uitsluitend de meegeleverde, niet afneembare wartelmoeren of maak een
vaste verbinding.
Frisse luchtaansluiting
Het apparaat is ontworpen voor het inbrengen van
frisse lucht.
Afb. 22: Frisse luchtaansluiting
1: Frisse luchtaansluiting
n
Neem hierbij de lokale voorschriften voor lucht-
behandeling in acht.
Voor de frisse luchtaansluiting dient een band-
n
kraag NW 65 mm gemonteerd te worden
(Afb. 23).
Buitenunit
Reductie / Uitbreiding
SL
-
-
-
Uitbr. 3/8" AT -> 1/2" IT
1
Koude-
middellei-
Binnenunit MXD 204-524
ding
Koudemid-
Reductie / Uitbreiding
delleiding
EL
SL
SL
1/4"
3/8"
1/4"
3/8"
1/4"
3/8"
1/4"
1/2"
Afb. 23: Frisse luchtaansluiting
1: Ingang buitenlucht
A: Buiten
B: Binnen
AANWIJZING!
Het apparaat is vanuit de fabriek gevuld met
gedroogde stikstof voor lekdichtheidscontrole.
De onder druk staande stikstof ontsnapt bij het
losdraaien van de wartelmoeren.
Aansluiting
EL
SL
-
1/4"
3/8"
-
1/4"
3/8"
-
1/4"
3/8"
-
1/4"
1/2"
1
B
A
21