3.5
Uw installatie bijvullen
36
2. Selecteer Zone selectie.
De beschikbare zones worden weergegeven.
3. Selecteer een zone.
4. Bevestig de selectie.
Het hoofdscherm wordt weergegeven met het pictogram van de
geselecteerde zone.
5. Wijzig de temperatuur met de draaiknop.
6. Bevestig de selectie.
7. Herhaal de stappen indien nodig om de temperatuur voor andere
zone te wijzigen.
Als uw apparaat is uitgerust met een automatische bijvuleenheid, kunt u
uw installatie bijvullen via de eTwist.
Zodra de waterdruk te laag wordt, wordt de waarschuwing Lage waterdruk
weergegeven in het hoofdscherm.
1. Druk op de Home-toets.
De melding Druk op OK om uw installatie bij te vullenwordt weer
gegeven.
2. Selecteer Ok om te bevestigen dat het apparaat kan beginnen met
het bijvullen van de installatie.
Belangrijk
Het bijvullen stopt automatisch als de maximumwaterdruk wordt
bereikt.
Als het bijvullen te lang duurt, stopt het vullen en wordt er een
foutmelding weergegeven.
3. Selecteer Stoppen om het bijvullen te stoppen voordat de maximum
waterdruk wordt bereikt.
7667979 - v.02 - 21122017