Andere apparaten
aansluiten
U kunt tracks beluisteren via een stereo-
installatie en tracks in de speler opnemen
op een MiniDisc of cassette. Raadpleeg de
handleiding van de apparatuur die u wilt
aansluiten.
Zorg ervoor dat alle apparaten zijn
uitgeschakeld alvorens de aansluitingen te
verrichten en de instellingen te wijzigen zoals
hieronder beschreven.
Links (wit)
MiniDisc-recorder, AV-
versterker, actieve luidspreker,
cassetterecorder, enz.
U moet de instelling "Audio Out" (Externe
audio-uitgang) in the MENU display wijzigen
om geluid naar het aangesloten apparaat te
sturen. De instellingen van "Audio Out"
worden hieronder weergegeven. Om deze
instellingen te verrichten, zie pagina 29.
Aangesloten apparaat
Hoofdtelefoons
Apparaat aangesloten met
de verbindingskabel
Kies de optie "Line Out" (Lijnuitgang) als u
een ander apparaat aansluit. Met de instelling
"Line Out" kan het volume niet worden
geregeld en werken de instellingen voor
"Sound" (Geluid) niet.
Opmerkingen
• Wanneer de meegeleverde hoofdtelefoon is
aangesloten op de speler, moet u "Audio Out"
(Externe audio-uitgang) niet instellen op "Line
Out" (Lijnuitgang). Als deze echter is ingesteld
op "Line Out" (Lijnuitgang), kan het volume niet
worden geregeld en is het geluid vervormd en
ruist.
• Voor het afspelen moet u het volume van het
aangesloten apparaat reduceren, om te voorkomen
dat de aangesloten luidspreker wordt beschadigd.
naar
(hoofdtelefoon)/
LINE OUT (Lijnuitgang)
Verbindingskabel
(ministekker, niet
meegeleverd)
Rechts (rood)
Instelling
Hoofdtelefoon
Lijnuitgang
35
NL