Parameter
'Dynamik Peak
Manager'
'Rimpelsignaal'
Rimpelsignalen zijn signalen die door het energiebedrijf worden verzonden om
regelbare belastingen in en uit te schakelen. Afhankelijk van de inbouwsituatie
kunnen rimpelsignalen door de inverter worden gedempt of versterkt. De onder-
staande instellingen kunnen worden gebruikt om dit zo nodig tegen te gaan.
Parameter
'Reductie van
de beïnvloeding'
'Frequentie van
het rimpelsig-
naal'
'Elektriciteits-
netinductie'
'Maatregelen tegen foutieve uitschakeling van de aardlekschakelaar/lekstroom-
beveiliging'
(bij gebruik van een 30 mA-aardlekschakelaar)
Parameter
"Uitschakeling
inverter vóór
activering van
30 mA aardlek-
schakelaar"
'ISO-waarschuwing'
Parameter
'ISO-waarschu-
wing'
'Modus van de
isolatiemeting'
76
Waardebereik
Beschrijving
Uit
Functie is gedeactiveerd.
Aan
De volledige solarmodulestring wordt ge-
controleerd op optimalisatiemogelijkhe-
den en bepaalt de best mogelijke spanning
voor teruglevering.
Waardebereik
Beschrijving
Uit
Functie is gedeactiveerd.
Aan
Functie is geactiveerd.
100 ‑ 3000 Hz
Hier moet de door het energiebedrijf op-
gegeven frequentie worden ingevoerd.
0,00001 ‑ 0,00
Hier moet de op het voedingspunt geme-
5 H
ten waarde worden ingevoerd.
Waardebereik
Beschrijving
0
Geen maatregelen om valse activering te
voorkomen.
1
De inverter schakelt uit bij 15 mA voordat
de aardlekschakelaar uitschakelt.
Waardebereik
Beschrijving
Uit
De isolatiewaarschuwing is gedeactiveerd.
Aan
De isolatiewaarschuwing is geactiveerd.
Er wordt een waarschuwing gegeven in ge-
val van een isolatiefout.
Nauwkeurig-
De isolatiebewaking wordt met de grootst
heid
mogelijke nauwkeurigheid uitgevoerd en
de gemeten isolatieweerstand wordt weer-
gegeven op de gebruikersinterface van de
inverter.
Snel
De isolatiebewaking wordt minder nauw-
keurig uitgevoerd, waardoor de duur van
de isolatiemeting korter wordt en de isola-
tiewaarde niet op de gebruikersinterface
van de inverter wordt weergegeven.