Elektrische aansluiting
6.2
Aansluitinstructies
6.2.1
Kabelspecificatie
Kabelspecificatie, veerklemmen
Alle aansluitingen aan de achterzijde van het instrument zijn ontworpen als insteekschroef of
-veerklemmenblokken met beveiliging tegen ompolen. Hierdoor is het aansluiten snel en
gemakkelijk mogelijk. De veerklemmen worden ontgrendeld met een platte schroevendraaier
(maat 0).
Let op het volgende bij de aansluiting:
• Aderdiameter, hulpspanningsuitgang, digitale I/O en analoge I/O max. 1,5 mm
(veerklemmen)
• Aderdiameter, voeding: max. 2,5 mm
• Aderdiameter, relais: max. 2,5 mm
• Striplengte: 10 mm (0,39 in)
Er hoeven geen adereindhulzen te worden gebruikt bij het aansluiten van soepele aders
op veerklemmen.
Afscherming en aarding
Een optimale elektromagnetische comptabiliteit (EMC) is alleen gewaarborgd, wanneer
systeemcomponenten en in het bijzonder de kabels, zowel sensor- als communicatiekabels,
zijn afgeschermd en de afscherming een zo volledige mogelijke omhulling vormt. Een
afgeschermde kabel moet worden gebruikt voor sensorkabels die langer zijn dan 30 m. Een
afschermingsbedekking van 90% is ideaal. Bovendien moet worden gewaarborgd dat geen
sensor- en communicatiekabels bij de installatie worden gekruist.. Sluit de afscherming zo
vaak mogelijk aan op de referentie-aarde om optimale EMC-bescherming voor de
verschillende communicatieprotocols en aangesloten sensoren te waarborgen.
Om aan deze voorwaarden te voldoen, zijn drie verschillende typen afscherming mogelijk:
• Afscherming aan beide uiteinden
• Afscherming aan de voedende zijde met capacitieve afsluiting op het instrument
• Afscherming aan één uiteinde aan de voedende zijde
De ervaring leert dat de beste resultaten met het oog op de EMC in de meeste gevallen worden
bereikt in installaties met een eenzijdige afscherming aan de voedende zijde (zonder
capacitieve afsluiting op het instrument). Passende maatregelen voor wat betreft de interne
instrumentbedrading moeten worden genomen om onbeperkt bedrijf bij aanwezigheid van
EMC-interferentie mogelijk te maken. Met deze maatregelen moet voor dit instrument
rekening worden gehouden. Daarbij is het bedrijf bij storingen conform NAMUR NE21
gewaarborgd.
Indien van toepassing, moeten de nationale installatieregelgeving en richtlijnen worden
aangehouden tijdens de installatie! Daar waar grote verschillen in potentiaal bestaan tussen
12
2
(13 AWG) (schroefklemmen)
2
(13 AWG) (veerklemmen)
Ecograph T, RSG35
2
(14 AWG)
Endress+Hauser