9. Je route, mits je
een route hebt
routetype, voeg een tussenstop toe of sla wijzigingen in je route op.
1. Flitsers of gevarenzones op je route. Selecteer het symbool
informatie weer te geven.
2. Routebalk. De
routebalk
De reisbegeleidingsweergave
De reisbegeleidingsweergave wordt gebruikt om je via de route naar je bestemming te leiden. De
reisbegeleidingsweergave wordt getoond wanneer je begint te rijden. Je ziet je huidige locatie en
details van de route, zoals 3D-gebouwen in bepaalde plaatsen.
Let op: 3D-gebouwen in de reisbegeleidingsweergave zijn niet op alle systemen beschikbaar.
De reisbegeleidingsweergave is doorgaans in 3D. Je kunt een 2D-kaart weergeven waarbij de kaart
meebeweegt in je reisrichting door de
Tip: wanneer je een route hebt gepland en de 3D-reisbegeleidingsweergave wordt weergegeven,
selecteer je de rijweergaveknop om over te schakelen naar de
functies te gebruiken.
Als je VIA weer wordt gestart nadat het in de slaapstand heeft gestaan en je een route hebt gepland,
wordt de reisbegeleidingsweergave getoond, inclusief je huidige locatie.
1. Weergaveknop. Tik op de weergaveknop om te schakelen tussen de kaartweergave en de
reisbegeleidingsweergave. Wanneer tijdens het rijden de reisbegeleidingsweergave actief is,
draait de kleine pijl om je reisrichting ten aanzien van het noorden aan te geven, met het noorden
boven.
gepland. Selecteer de route om deze te wissen, wijzig het
wordt getoond wanneer je een route hebt gepland.
2D- en 3D-standaardinstellingen
19
flitser
of
gevarenzone
te wijzigen.
kaartweergave
en de interactieve
om meer