1. Draai aan de knop Jog om te navigeren en vervolgens aan de knop Shuttle om de waarden te
veranderen.
2. Om de wijzigingen te bewaren en het menu te sluiten: Selecteer [OK] en druk vervolgens op
Enter.
3. Om het menu te sluiten zonder wijzigingen: Druk op de Menu-toets of selecteer [CANCEL] en
druk op Enter.
Main Menu → Record → Event Record Rate
De eenheid neemt op met de Gebeurtenis-opnamesnelheid wanneer een Gebeurtenis geactiveerd wordt.
Gebeurtenissen kunnen worden geactiveerd door RS232 gebeurteniscreatie of activiteitdetectie. Zie
Gebeurtenisinstellingen op pagina 29.
De opnamesnelheden worden zowel in Beelden Per Seconde (bps) als Seconden Per Beeld (spb)
gemeten.
De maximale opnamesnelheid per camera is omgekeerd evenredig met het aantal camera's dat op de
eenheid is aangesloten. Hoe minder camera's zijn aangesloten, hoe hoger de maximale opnamesnelheid
voor elke camera, en omgekeerd. De maximale opnamesnelheid voor verschillende camera's bedraagt
24bps (NTSC) (20bps PAL). De maximale opnamesnelheid voor één camera bedraagt 30bps (NTSC)
(25bps PAL).
In de rechterbenedenhoek van het menu bevindt zich een schijftijd-berekeningsmodule. De bovenste
regel geeft de geschatte opnametijd van de camera's, alleen in Gebeurtenis-opnamemode. De onderste
regel geeft de geschatte opnametijd, rekening houdend met de tijd die de eenheid zal doorbrengen in
Time-lapse, Activiteit-, Gebeurtenis- en/of Alarmopnamemode.
38
DVMRe StoreSafe Gebruikershandleiding