SMA Solar Technology AG
Instellingen overnemen
Het opslaan van de uitgevoerde instellingen wordt door een zandlopersymbool op de
gebruikersinterface weergegeven. De gegevens worden bij voldoende DC-spanning direct
aan de omvormer overgedragen en overgenomen. Wanneer de DC-spanning te laag is (bijv.
's avonds) worden de instellingen weliswaar opgeslagen, maar deze kunnen niet direct aan
de omvormer worden overgedragen en door de omvormer worden overgenomen. Zolang de
omvormer de instellingen nog niet heeft ontvangen en overgenomen, wordt op de
gebruikersinterface nog het zandlopersymbool getoond. De instellingen worden
overgenomen, wanneer voldoende DC-spanning actief is en de omvormer opnieuw start.
Zodra het zandlopersymbool op de gebruikersinterface verschijnt, worden de instellingen
opgeslagen. De instellingen gaan niet verloren. U kunt zich van de gebruikersinterface
afmelden en de installatie verlaten.
8.11 Landspecifieke gegevensrecord instellen
De omvormer is bij levering op een algemeen geldende landspecifieke gegevensrecord ingesteld.
U moet de landspecifieke gegevensrecord achteraf aanpassen aan de installatielocatie.
De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld.
Als u een landspecifieke gegevensrecord instelt die niet geldig is voor uw land en uw
gebruiksdoel, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de
netwerkexploitant. Neem bij de keuze van de landspecifieke gegevensrecord in ieder geval
de ter plaatse geldende normen en richtlijnen evenals de eigenschappen van de installatie
(bijv. grootte van de installatie, netaansluitpunt) in acht.
• Als u niet zeker weet welke landspecifieke gegevensrecord voor uw land of uw
gebruiksdoel geldig is, neem dan contact op met de netwerkexploitant om te vragen
welke landspecifieke gegevensrecord moet worden ingesteld.
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 8.10 "Bedrijfsparameters wijzigen", pagina 57).
Werkwijze:
• In de parametergroep Netbewaking > netbewaking de parameter Landennorm
instellen en stel de landspecifieke gegevensrecord in.
8.12 Terugleverbeheer configureren
Installatiewizard starten
1. De gebruikersinterface oproepen (zie hoofdstuk 8.1, pagina 45).
2. Meld u aan als Installateur.
3. Installatiewizard (zie hoofdstuk 8.5, pagina 54).
4. Bij elke stap [Opslaan en verder] kiezen tot Netbeheer configureren verschijnt.
5. Instellingen uitvoeren zoals hierna beschreven.
Bedieningshandleiding
STP3-6-3AV-40-BE-nl-12
8 Bediening
59