Inhoudsopgave
Advertenties
3 Bediening van de printer
Zelftest
automatisch 1-2 etiketten door alvorens af te drukken.
28. Reprint After Error (opnieuw afdrukken na fout)
Als deze optie is ingeschakeld, drukt de printer het etiket opnieuw af zodra
de afdrukfout is opgelost.
29. Backfeed Enabled/Disabled (terugvoeren aan/uit)
Terugvoeren in- of uitschakelen tijdens het afdrukken. Als terugvoeren
ingeschakeld is, voert de printer 1 seconde na het afdrukken het papier
voorwaarts door over een vooraf gedefinieerde lengte, en wordt een stuk
papier van een vooraf gedefinieerde lengte teruggevoerd als de printer
opnieuw start. Als terugvoeren uitgeschakeld is, voert de printer geen
papier door.
30. Cutter Enabled/Disabled (snijmes aan/uit)
Snijmes in- of uitschakelen tijdens het afdrukken.
31. Peeler Enabled/Disabled (dispenser aan/uit)
Dispenser in- of uitschakelen tijdens het afdrukken.
32. Cutter/Peeler Offset (snijmes-/dispenserverschuiving)
De snijrand of positie voor het scheiden van rugpapier naar voren of naar
achteren verschuiven. De waarde tussen punthaken is de
verschuivingseenheid.
33. IP Address (IP-adres)
Toont het huidige IP-adres van de printer. De standaardinstelling is
"192.168.1.1".
34. Subnet Mask (subnetmasker)
Toont het subnetmasker van de printer. De standaardwaarde is
"255.255.255.0".
35. Gateway
Toont de printergateway. De standaardwaarde is "0.0.0.0".
36. MAC Address (MAC-adres)
Het unieke adres dat aan de printer toegewezen is om verbinding te maken
met het internet.
37. DHCP
Wanneer DHCP ingeschakeld is, wordt automatisch een dynamisch IP-adres
aan de printer toegewezen.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
