De pijl naar links geeft aan dat er een commando inschuiven wordt
gegeven. Geheel ingeschoven. Deze pijl wordt knipperend (1 Hz)
weergegeven als de telescoop geheel is ingeschoven. Anders wordt de pijl
niet weergegeven.
Telsensoren telescoop. De twee linkse cirkels geven de status van de
telsensoren aan. Dicht, dan is de sensor aangesproken. Open, dan is de
sensor niet aangesproken.
Referentiesensor. De rechtse cirkel geeft de status van de referentiesensor
aan. Met streep, dan is de sensor aangesproken. Open, dan is de sensor
niet aangesproken
Middenlijn. Wordt weergegeven als de middenlijn bereikt is. Bovendien
wordt hier met een pijl → het uitschuiven van de telescoop aangegeven
• Zwenkbegrenzing rechts is niet onderbroken: de drukschakelaar van
• Bewegingsaanduiding zwenken naar rechts '↓'.
US-sensor rechts. Wanneer er langer dan 5 seconden continu gesignaleerd
wordt, wordt dit symbool knipperend getoond als waarschuwing: omdat er
of te langzaam gezwenkt wordt of er zit iets in een sensorhouder.
Statusvenster
Rechtsboven in het display staan telkens verschillende symbolen die over elkaar heen worden
geprojecteerd. Dit zijn:
1. Signaalniveau te laag, hierdoor is er geen communicatie tussen
afstandsbediening en schakelkast (alleen van toepassing
wanneer er draadloos gecommuniceerd wordt)
2. CAN-bus error
3. Motor overbelast
4. Noodstop op machine bediend
5. Lijn gestopt / noodstop in lijn
6. Extern gestopt
7. Extern geblokkeerd
8. Machine automatisch
9. Machine in handbediening
De hoogste prioriteit wordt weergegeven. Als een alarm wordt aangesproken verschijnt
het symbool in het display. Als meerdere alarmen tegelijk worden aangesproken, zal het
alarm met de hoogste prioriteit in het beeld verschijnen.
het stootkussen is niet bediend en de IR sensor ontvangt een
lichtbundel via de reflector.
25