2
Veiligheid
Waarschuwingen: onderhoud en reiniging
Waarschuwing
• Het apparaat moet altijd worden gereinigd na afloop van de werkzaamheden, maar VOORDAT het
wordt uitgeschakeld. Een uitzondering vormt de reiniging van de binnenzijde
Reinigen
binnenzijde). We adviseren reiniging als het apparaat is uitgeschakeld.
• Draag bij het reinigen van het apparaat geschikte beschermende kleding (laboratoriumjas,
snijbestendige handschoenen en veiligheidsbril) als bescherming tegen reagentia.
• Neem bij de omgang met reinigingsmiddelen de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en de
laboratoriumvoorschriften in acht.
• Gebruik voor het reinigen van de buitenkant van het apparaat geen: alcohol, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen (glasreiniger), schuurmiddelen, aceton-, ammonia-, chloor- of xyleenhoudende
oplosmiddelen!
• Reinig kap en behuizing met milde, universele, pH-neutrale huishoudelijke schoonmaakmiddelen.
De gelakte vlakken zijn niet bestand tegen oplosmiddelen en xyleen-vervangingsstoffen!
• De plastic reagensbakken kunnen worden gereinigd in een vaatwasser bij een maximale temperatuur
van +65 °C. Er kan een standaardafwasmiddel voor laboratoriummachines worden gebruikt. De
kunststof reagensbakken mogen in geen geval op een hogere temperatuur worden gereinigd, omdat
de reagensbakken dan vervormd kunnen raken.
2.3
Veiligheidsvoorzieningen van het apparaat
Waarschuwing
• Laat de kap altijd gesloten zolang er afdekprocessen actief zijn. Leica is niet aansprakelijk voor een
lagere kwaliteit die het gevolg is van het openen van de kap tijdens het verwerken.
• Zodra de kap van het apparaat is geopend worden alle bewegingen om veiligheidsredenen gestopt
nadat het in bewerking zijnde glaasje is afgedekt, om te voorkomen dat het preparaat beschadigd
raakt door contact met bewegende delen.
• Als de kap wordt geopend als een of meerdere afdekprocessen actief zijn, leidt dit tot vertragingen bij
de betreffende bewerkingsstappen, omdat in deze tijd geen transportbewegingen plaatsvinden.
• Voor een goede werking van de apparaatsoftware moet het apparaat ten minste elke 3 dagen
opnieuw worden gestart door de gebruiker.
18
(→ Blz. 110 – 7.2.4
Versie 2.5, Revisie P