7
Reiniging en onderhoud
7.2.5 Reinigen van de spoelfles
» Controleer de spoelfles op uitgedroogde afdekmediumresten en reinig deze zo nodig met xyleen.
Houd, om vertragingen te voorkomen, een vervangende spoelfles gereed en plaats deze op de
betreffende plaats in het apparaat.
7.2.6 Reinigen van de canules voor de afdekmediumfles
» Controleer bij het verwisselen van de afdekmediumfles de canule op gedroogde afdekmediumresten
en verontreiniging; bevochtig deze zo nodig met xyleen en reinig deze met een pluisvrije doek.
Let op
In de canule zit een filter dat voorkomt dat er vuil in het interne slangensysteem terechtkomt. Dit filter
wordt elke twee jaar vervangen door een Leica-servicemonteur als onderdeel van het jaarlijks onderhoud.
7.2.7 Reinigen van de naald
1. Selecteer het menu
op de knop
2. De naald beweegt automatisch in de onderhoudsstand.
3. Als de naald ernstig verontreinigd is (→ Afb. 86-1), verwijder deze dan in de zijrichting uit de
houder
(→ Afb. 86-2)
weken (ca. 10 min).
4. Haal de naald dan uit het xyleen, bevochtig deze met xyleen en veeg de afdekmediumresten er
met een zachte, pluisvrije doek af.
112
Modulestatus
(→ Blz. 75 – 5.11 Modulestatus)
Spoelen/reinigen
van de gewenste afdeklijn.
en plaats deze in een reservoir gevuld met xyleen. Laat de naald even
1
Afb. 86
in het hoofdmenu en druk
2
Versie 2.5, Revisie P