INSTELLINGEN VAN HET SYSTEEM
"Netwerk en internet"
Met dit menu kunnen de volgende internet-
netwerken worden geconfigureerd:
– "Wi-Fi":
– "WIFI" in- of uitschakelen op het mul-
timediasysteem om een extern inter-
nettoegangspunt te gebruiken;
– beschikbare netwerken bekijken;
– "Voeg een netwerk toe";
– "Wi-Fi-instellingen".
– "Toegangspunten en verbinding delen":
– activeer/deactiveer "Toegangspunten
en verbinding delen";
– gegevens van toegangspunt;
– activeer/deactiveer het automatische
toegangspunt;
– ...
– "Mobiel netwerk":
– "Mobiele data" in-/uitschakelen;
– Mobiele "Roaming"-gegevens in-/uit-
schakelen;
7.8
(2/4)
– "Gegevensverbruik";
– "Connectiviteit" biedt informatie over:
– verbindingsgegevens en status;
– "Netwerktype";
– systeem-ID;
– ...
Voor meer informatie over het delen van ge-
gevens, zie het hoofdstuk over "Services ac-
tiveren".
Wanneer u verbinding delen op uw te-
lefoon gebruikt, gebruikt u de internet-
verbinding van uw telefoon via de WIFI-
verbinding (onderhevig aan kosten en
beperkingen opgelegd door uw mobiele
provider).
Netwerk
1
Wi-Fi
Mobiel netwerk
3
Gegevensgebruik
Connectiviteit
Als u WIFI inschakelt voor het multimedia-
systeem, wordt de status meegedeeld via
het pictogram op de statusbalk:
– 1 "WIFI" ingeschakeld en verbonden met
een netwerk zonder beperkte verbinding;
– 2 "WIFI" ingeschakeld en verbonden met
een netwerk maar zonder internettoe-
gang of met een beperkte verbinding;
– 3 "WIFI" ingeschakeld maar niet verbon-
den met een netwerk.
Opmerking: als "Wi-Fi" is uitgeschakeld,
staat er geen WIFI-pictogram op de status-
balk.
2
Operator