DE GEBEURTENIS INSTELLEN
U kunt de instellingen aanpassen voor het opnemen in geval van sensordetectie, cameragebeurtenis of detectie van
videoverlies.
Sensordetectie
U kunt de werking van de sensor en de verbonden camera instellen, evenals de alarmuitgang en de duur.
Menu > Geb. > Sensordetectie
• Pas toe op sensors : Als u <Pas toe op sensors> selecteert, zal het venster "Pas toe op sensors"
verschijnen ter bevestiging.
Na het selecteren van kanalen waarop de instellingen worden toegepast, klikt u op <OK> om deze toe te
passen op de geselecteerde kanalen.
• Status : Hiermee wordt de werking van sensoren ingesteld.
- <N.O (Normaal Open)> : Sensor is geopend. Als de sensor gesloten is, genereert deze een alarm.
- <N.C (Normaal Gesloten)> : Sensor is gesloten. Als de sensor open is, genereert deze een alarm.
• Cam : Selecteer een kanaal dat wordt verbonden met de sensor.
Als camera wordt geselecteerd, dan verschijnt het venster "Voorinstell. cam instll".
Selecteer een kanaal en stel de voorafinstelling in.
Voorafinstelling instellen kan in de PTZ-modus worden gedaan.
`
• Alarmuitgang : Hiermee stelt u de de alarmuitvoermethode in.
Voor alarm Uitvoer raadpleegt u de pagina "HDD-alarminstellingen" onder "Menu-Instellingen > Het apparaat instellen" in de
`
inhoudsopgave.
• Duur v. alarm : Hiermee stelt u de alarmduur in voor het alarmsignaal en alarmgeluid.
Als u de <Camera>-tab selecteert, kunt u de werking instellen van de sensor van de netwerkcamera aangesloten op elk
`
kanaal.
Als de aangesloten netwerkcamera waarvoor de instellingen voor alarm in/uit zijn geconfigureerd om een alarm te activeren, zal
`
de recorder het uitgaande alarm uitvoeren.
Camera
U kunt de activering van gebeurtenissen (bewegingsopsporing, videoanalyse, audiogebeurtenis) verstuurd van
de camera, de methode van alarmuitvoer en de alarmtijd instellen.
Menu > Geb. > Camera
• Op CH toepass. : Als u <Op CH toepass.> selecteert, zal het venster "Op CH toepass." verschijnen ter bevestiging.
Na selecteren van kanalen waarop de instellingen worden toegepast, klikt u op <OK> om deze toe te passen
op de geselecteerde kanalen.
• Kan. : klik <
> om de kanaalinformatietabel weer te geven.
• Camera : Selecteer of een voorvaldetectie moet worden gebruikt.
• MD: U kunt opgeven of u een gebeurtenis van bewegingsdetectie van de camera op het opslagapparaat wilt
ontvangen.
Als u een gebeurtenis van bewegingsdetectie van de camera wilt ontvangen, moet u bewegingsdetectie op de camera instellen.
`
• Slim zoeken : Slim zoeken: Schakelt de optie Slim zoeken in of uit.
Om de functie Slim zoeken te kunnen gebruiken, moet de optie Slim zoeken op <AAN> staan.
`
Raadpleeg de pagina "Slim zoeken" onder "Zoeken & Afspelen > Zoeken" in de inhoudsopgave.
• Cam : Selecteer een gebeurtenisdetectiekanaal.
Als u een camera-item selecteert, verschijnt het "Voorafinstelling camera"-scherm. Selecteer een kanaal om
mee te verbinden en stel de voorafinstelling in.
U kunt de voorafinstelling instellen in PTZ-modus.
`
• Alarmuitgang : Selecteer de wijze van alarmuitvoer.
Voor alarm Uitvoer raadpleegt u de pagina "HDD-alarminstellingen" onder "Menu-Instellingen > Het apparaat instellen" in de
`
inhoudsopgave.
• Duur v. alarm : Stel de alarmduur in.
• Bewegingsdetectie en IVA : Voor een aangesloten camera kan de detailinstelling voor bewegingsdetectie
worden ingesteld. In deze modus kan bewegingsdetectie of videoanalyse worden ingesteld.
• Sabotagedetectie : Voor de aangesloten camera kunnen detailinstellingen voor sabotagedetectie worden
geconfigureerd.
Nederlands_41