De huidige softwareversie bijwerken
1. Sluit een apparaat aan waarop de software staat die moet worden bijgewerkt.
Het duurt ongeveer 10 seconden om het apparaat te herkennen.
`
Apparaten die kunnen worden bijgewerkt zijn o.a. USB-sticks en netwerk-apparaten.
`
Als u het product in het netwerk wilt upgraden, moet het product zijn verbonden met een extern netwerk.
`
Bijwerken via de proxyserver kan mogelijk niet worden ingeschakeld vanwege de beperkte toegang.
2. Selecteer <Systeembeheer> in het <Systeem> venster.
3. Selecteer <Systeeminformatie>.
4. Wanneer het herkende apparaat wordt weergegeven, selecteert u <Upgraden>.
Als u een apparaat aansluit in het venster van het actualisatiemenu, kunt u drukken op de <
`
beschikbare software.
Als er een actualisatieafbeelding op het netwerk is, zal het pop-upvenster verschijnen.
`
De knop <Upgraden> is alleen beschikbaar als de softwareversie gelijk is aan of hoger is dan de softwareversie van het product.
`
5. Druk op <OK> in het venster Systeeminformatie.
Tijdens het bijwerken, toont het de voortgang.
`
6. Wanneer het bijwerken is voltooid, wordt automatisch opnieuw opgestart.
Schakel de stroom niet uit totdat volledig opnieuw is opgestart.
Als "Upgrade mislukt" verschijnt, probeer het opnieuw vanaf stap 4. Als u problemen blijft hebben, raadpleeg dan het
`
servicecentrum voor hulp.
Instellingen
U kunt de instellingen van een recorder kopiëren en importeren door gebruik te maken van een opslagmedium.
Menu > Systeem > Systeembeheer > Instellingen
• Opslagapparaat : Geeft het aangesloten opslagapparaat weer.
- Druk op de <
• Recorder
• USB
voor de recorder.
- Als u de uitzonderingsinstelling selecteert, kunt u alle informatie behalve de geselecteerde informatie
>-knop voor het zoeken naar
importeren.
U kunt de instellingen <Exporteren> en <Importeren> alleen in dezelfde softwareversie gebruiken.
`
• Fabrieksst. Laden : Hiermee reset u de fabrieksinstellingen van het product. Logboeken worden echter niet
gereset. Alles wat is geselecteerd onder Uitzonderingsinst. behoort niet tot de fabrieksinstellingen. Er
verschijnt een bevestigingspop-up wanneer u op de <Initialiseren>-knop drukt. Selecteer de knop <OK>
om de geselecteerde items te resetten.
• Schakelmodus : Stel de methode Camera-registratie in. Deze functie is alleen beschikbaar voor producten
met PoE-ondersteuning.
Voor producten met PoE-ondersteuning raadpleegt u Zie "Producten die elke functie ondersteunen". (Zie
pagina 4 van de productspecificatiehandleiding)
- PnP-modus : Een camera die is verbonden met de PoE-poort van het product, wordt automatisch op elk
kanaal geregistreerd in de volgorde van het poortnummer.
- Wanneer de camera wordt hersteld naar de fabrieksinstellingen, worden standaard de ID en het
wachtwoord ingesteld die zijn ingesteld in Camera > Camera wachtwoord.
- Als de ID en het wachtwoord van de camera al zijn ingesteld, komt de geregistreerde informatie overeen
met de ID en het wachtwoord die zijn ingesteld in Camera > Camera wachtwoord. (tot 3 sets)
U kunt de wachtwoorden voor alle geregistreerde camera's wijzigen door naar Menu > Camera > Camera wachtwoord.
`
- Modus Handmatig Instellen: Camera's aangesloten op de PoE-poort van het product of een afzonderlijke
schakelaar kunnen handmatig worden geregistreerd in het <Kanaalinst.> menu.
Zie de pagina "De camera Instellen > Het Kanaal Instellen" in de inhoudsopgave voor meer informatie over het registreren van
`
camera's.
• Uitschakelen: Als de stroom is uitgeschakeld, wordt het eerste alarm gegenereerd. Na het aanvinken van het
selectievakje worden, indien op de knop <Toepassen> wordt gedrukt, alle voorvalalarmen die zijn ingesteld
op de eerste alarmuitvoer, vrijgegeven en vervolgens kan het eerste alarm niet worden geselecteerd door een
andere alarmuitvoer.
Alleen beschikbaar voor producten die Alarmuitgang ondersteunen.
Als die functie wordt ingesteld, wordt het selectievakje eerste uitgaande alarm en alle alarmen in het alarmconfiguratiescherm
`
gedeactiveerd, naar Uit.
> knop om de lijst met opslagapparaten weer te geven.
USB : Exporteert de instellingen van een recorder naar het aangesloten opslagapparaat.
Recorder : Importeert de instellingen voor een recorder vanaf het opslagapparaat en past deze toe
Nederlands_25