3.2 Lichtmeting
De compact office DIM meet kunstlicht en daglicht dat direct onder de melder
wordt reflecteerd (openingshoek ca. 30°). Direct kunstlicht op de melder
moet worden vermeden. Bij uitgeschakelde constante lichtregeling is de
lichtmeting niet actief.
De lichtregeling houdt rekening met
de op de montageplek aanwezige
lichtsterkte. Voor een optimale re-
geling zijn daardoor met storende
elementen als bijv. werkplekverlich-
ting, staande lampen etc. rekening
te houden bij het berekenen van het
lichtplan.
Montage van de melder in het bereik van zijn eigen (gestuurde) lichtgroep:
L 1:
lichtgroep 1 van Master 1
L 2:
lichtgroep 2 van Master 2
Lux1:
lichtmeting Master 1
Lux2:
lichtmeting Master 2
116