9. Verhelpen van storingen
Storing
Licht wordt niet ingescha-
keld resp. licht wordt
uitgeschakeld bij aanwezig-
heid en duisternis
Licht brandt bij aanwezig-
heid ondanks voldoende
lichtsterkte
Licht wordt niet uitgescha-
keld resp. licht wordt
spontaan ingeschakeld bij
afwezigheid
Drukknop werkt niet
Apparaat reageert niet
Storingsknipperen
(4x per seconde)
10
Oorzaak
Luxwaarde te laag ingesteld; melder op halfautoma-
tisch ingesteld; licht werd handmatig met de drukknop
of met clic uitgeschakeld; geen persoon in het regis-
tratiebereik; obstakel(s) storen de registratie;nalooptijd
te kort ingesteld;
Luxwaarde te hoog ingesteld; licht werd kort daarvoor
handmatig met de drukknop of met clic ingeschakeld
(30 min. wachten); melder in testmodus
Nalooptijd afwachten (zelflerend); thermische
storingsbronnen in het registratiebereik: heteluchtver-
warmers, gloeilamp/halogeenstraler, zich bewegende
objecten (bijv. gordijnen bij open ramen), last (EVA's,
relais) niet ontstoord
Apparaat is nog in de opstartfase; verlichte knop
zonder nulleidingaansluiting gebruikt; drukknop niet
op Master aangesloten
Kortsluiting resp. meerdere fasen parallel geschakeld!
Melders 5 min. van de netspanning loskoppelen
(thermobeveiliging)
Fouten c.q. storingen bij de zelftest;apparaat is
defect!