3.
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
printplaat.
6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmogelijk-
heden van het gebruikersniveau zijn in de gebruiksaanwij-
zing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instelmogelijkheden van het
installateurniveau vindt u in de paragraaf "Overzicht menus-
tructuur installateurniveau" (→ Pagina 37).
6.1.1
Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade en functiestoringen
aan de CV-installatie leiden.
▶
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een paswoord tegen
toegang door onbevoegden beveiligd.
1.
Druk tegelijk op
en
◁
Op het display verschijnt het menu.
2.
Blader zo lang met
teurniveau verschijnt.
3.
Bevestig met (OK).
◁
Op het display verschijnt de tekst Code invoeren
en de waarde 00.
4.
Stel met
of
de waarde 17 (code) in.
5.
Bevestig met (OK).
◁
Het installateurniveau met een selectie van menu-
punten verschijnt.
6.2
Live monitor (statuscodes)
Menu → Live monitor
Statuscodes op het display informeren over de actuele be-
drijfstoestand van het product.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 42)
0020243840_02 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
("i").
of
tot het menupunt Installa-
6.3
Testprogramma's
Naast de installatieassistent kunt u voor de ingebruikname,
het onderhoud en het verhelpen van storingen ook de test-
programma's oproepen.
Menu → Installateurniveau → Test
Daar vindt u naast het functiemenu, een Zelftest elektro-
nica en de functie Gassoort controleren ook de Testpro-
gramma's (→ Pagina 21).
7
Ingebruikname
7.1
Servicehulpmiddelen
De volgende test- en meetmiddelen hebt u nodig voor de
ingebruikname:
–
CO
-meter
2
–
Digitale of U-buismanometer
–
Sleufschroevendraaier, klein
–
Inbussleutel 2,5 mm
7.2
Eerste ingebruikneming uitvoeren
De eerste ingebruikneming moet door een serviceteamtech-
nicus of een geautoriseerde installateur uitgevoerd worden.
Checklist eerste ingebruikname (→ Pagina 46)
▶
Voer de eerste ingebruikneming aan de hand van de
checklist in de bijlage uit.
▶
Vul de checklist in en onderteken deze.
7.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶
Controleer visueel het cv-water.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
▶
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of monteer een magneetfilter.
▶
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
▶
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Bediening 6
19