2
Monteer de snelheidsmeter en de magneet
2-1. De snelheidsensor tijdelijk vastzetten
1. Draai de schroef van de sensor los met een
kruiskopschroevendraaier om te controleren
of de sensorarm beweegt.
* Draai de schroef er niet helemaal uit.
2. Verbind het rubberkussen van de sensor met
de snelheidssensor, plaats de snelheids-
sensor op de linker achtervork als in de
bovenstaande afbeelding en zet hem tijdelijk
vast met de nylon binders.
Waarschuwing:
Trek in deze fase de nylonbinders niet strak
aan. Nadat een nylonbinder is aangetrokken,
kan deze niet meer worden losgemaakt.
2-2. De magneet tijdelijk vastzetten
1. Bevestig de ritmemagneet tijdelijk met
nylonbinders binnen de crank, zodat deze
naar de sensorkant op de CADENCE kant
wijst.
2. Draai de sensorarm en zet de wielmag-
neet tijdelijk vast op de spaak die naar de
sensorzone op de SPEED kant wijst.
* Als de snelheidssensor niet correct ge-
positioneerd is ten opzichte van de twee
magneten (voor CADENCE en SPEED),
moet u de sensor voor- en achteruit
verplaatsen zodat hij goed geplaatst
wordt. Nadat u de snelheidssensor ver-
plaatst hebt, past u de positie aan zodat
de twee magneten naar de betreffende
sensorzone wijzen.
NL-8
Cadansmagneet
Snelheids-
sensor
Rubberkus-
Snelheidssensor
sen sensor
Sensorarm
Kabelbinder
Cadans magneet
Kabelbinders
Wielmagneet
Wielmagneet
Schroef
van sensor
Sensor-
gebied