Aftelafstand
De optie aftelafstand toont de aftelafstand naar een voorbepaalde
doel-ritafstand en meldt wanneer nul bereikt is. Als de doel-
ritafstand bereikt is, schakelt de computer elke weergave voor
meetgegevens naar de aftelweergave en meldt dit door de punt-
weergave te knipperen en een alarm te laten klinken.
Voorbeeld van het gebruik van de aftelafstand
1. De ritafstand van de race invoeren
Voordat de wielerkoers of tijdrit begint voert u de af te
leggen raceafstand in de fietscomputer in en bepaalt u op
basis van de aftelafstand tijdens de race een strategie en
tempo.
2. De afstand tot een tussenstop invoeren
Voor toertochten kunt u de afstand tot een geplande tus-
senstop invoeren en uw tempo aanpassen op basis van de
aftelafstand.
3. Een periodieke doelafstand invoeren
Om uw vooruitgang te meten kunt u een periodieke doelaf-
stand voor een week, maand of jaar invoeren.
* De aftelafstand wordt ingesteld in het menuscherm "De aftelafstand instellen" (blz. 36).
Doelzone voor de hartslag
Tijdens meting geeft de
hartslag aan.
(constant) De doelzone is ingesteld op een HR.ZONE:1 t/m 4.
De huidige hartslag ligt buiten de geselecteerde
(knippert)
doelzone.
(uit)
De doelzone is uitgeschakeld.
* De doelzone voor de hartslag kan via het menuscherm "De doel-
zone voor de hartslag instellen" (blz. 37) worden ingevoerd.
NL-24
indicator op het scherm de status van de
Doelafstand van 20 km
Geluidsignaal
Wanneer afge-
legd (wordt 5 se-
conden getoond)
Doelzone voor de
hartslag