3
De doelzone gebruiken
Wanneer tijdens meting de hartslag buiten de doelzone ligt, dan geeft de fietscomputer
een alarmsignaal en knippert
De fietscomputer beschikt over 4 instelbare doelzones voor de hartslag.
Voor een training waarbij u mikt op een hartslag van bijvoorbeeld 140 tot 160 slagen
per minuut, selecteert u HR.ZONE:3, zoals in onderstaande tabel.
De fietscomputer geeft een alarmsignaal wanneer de hartslag lager is dan 139, of ho-
ger is dan 161 slagen per minuut.
Als de doelzone eenmaal op On is gezet, worden alle relevante gegevens geregistreerd
en kunt u de tijd in de doelzone, de tijd boven de doelzone, de tijd onder de doelzone
en de daarbij behorende percentages controleren door de bestanden te bekijken (blz.
26).
hartslag
60
Slagen per minuut
HR.ZONE :1
100 - 120 s/m
HR.ZONE :2
120 - 140 s/m
HR.ZONE :3
140 - 160 s/m
HR.ZONE :4
160 - 180 s/m
* U kunt voor iedere doelzone een willekeurige boven-/ondergrens instellen.
* U kunt de HR-doelzone selecteren (1 tot 4) of OFF, en de boven- of ondergrens wijzi-
gen in het menuscherm "De doelzone voor de hartslag instellen" (blz. 37).
* Het aan- en uitzetten van het alarmsignaal kan via het menuscherm "Het geluid in-
stellen" (blz. 37).
op het scherm.
80
100
120
ZONE:1
Alarmsignaal
Doelzone tijdens training
140
160
Doelzones voor de hartslag
ZONE:2
ZONE:3
ZONE:4
180
200
Alarmsignaal
Standaard doelzone
Vervolgd
NL-41