Stap 4: Signaal- en voedingskabels aansluiten
Het aansluitblok van de buitenunit wordt beschermd
door een deksel voor de elektrische bedrading aan de
zijkant van de unit. Aan de binnenkant van het deksel
van de bedrading vindt u een uitvoerig schakelschema.
WAARSCHUWING
SCHAKEL DE HOOFDSTROOMTOEVOER NAAR
HET SYSTEEM UIT VOORDAT U TAKEN AAN HET
STROOMNET OF DE BEDRADING UITVOERT.
1. Maak de kabel klaar voor aansluiting:
GEBRUIK DE JUISTE KABEL
Kies de juiste kabel met behulp van
"Kabeltypen" op pagina 25.
KIES DE JUISTE KABELMAAT
De maat van de benodigde voedingskabel, signaal-
kabel, zekering en schakelaar wordt bepaald door
de maximale stroom van het apparaat. De maximale
stroom wordt aangegeven op het typeplaatje op het
zijpaneel van het apparaat.
OPMERKING: Kies in Noord-Amerika de juiste
kabeldiameter volgens de minimale stroomsterkte
die op het typeplaatje van het apparaat staat
aangegeven.
a. Strip met een striptang het rubberen omhulsel van
beide uiteinden van de kabel, zodat u ongeveer 40
mm van de draden binnenin ziet.
b. Strip de isolatie van de uiteinden van de draden.
c. Gebruik een draadkrimper en krimp vorkklemmen
op de uiteinden van de draden.
LET OP DE STROOMDRAAD
Zorg er bij het krimpen van draden voor dat u de stroomvoe-
rende draad ("L") duidelijk onderscheidt van de andere draden.
WAARSCHUWING
ALLE BEDRADING MOET STRIKT IN OVEREEN-
STEMMING MET HET SCHAKELSCHEMA AAN
DE BINNENKANT VAN DE DRAADAFDEKKING
VAN DE BUITENUNIT.
2. Schroef het deksel van de elektrische bedrading los en
verwijder het.
3. Schroef de kabelklem onder het klemmenblok los en
leg hem opzij.
4. Sluit de draden aan volgens het schakelschema en
schroef de vorkklem van elke draad stevig op de
bijbehorende aansluiting.
5. Maak, nadat u gecontroleerd hebt of alle aansluitingen
goed vastzitten, een lus rond de draden om te voorko-
men dat regenwater in de aansluitklem stroomt.
6. Bevestig de kabel met de kabelklem aan het apparaat.
Schroef de kabelklem stevig vast.
Pag. 30
7. Isoleer ongebruikte draden met elektrische PVC-tape.
Plaats ze zo dat ze geen elektrische of metalen
onderdelen raken.
8. Plaats de draadafdekking weer aan de zijkant van het
apparaat en schroef het op zijn plaats vast.
OPMERKING: Als de kabelklem er als volgt uitziet,
kies dan het juiste doorvoergat op basis van de
diameter van de draad.
Sluiting
Drie maten gaten: klein, groot en middelgroot
Als de kabel niet vast genoeg zit, gebruik dan de sluiting om hem
omhoog te houden, zodat hij goed vastgeklemd kan worden.
In Noord-Amerika
1. Verwijder de draadafdekking van het apparaat door
de 3 schroeven los te draaien.
2. Demonteer de doppen op het verdeelpaneel.
3. Monteer de doorvoerbuizen (niet meegeleverd) op
het verdeelpaneel.
4. Sluit zowel de voeding als de laagspanningslijnen
goed aan op de bijbehorende aansluitklemmen van
het aansluitblok.
5. Aard het apparaat in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
6. Zorg ervoor dat elke draad enkele centimeters langer
is dan de lengte die nodig is voor de bedrading.
7. Gebruik borgmoeren om de buizen vast te zetten.
Aansluitblok
Draadafdekking
Kies het juiste doorvoergat op basis van de
diameter van de diameter van de draad.
Afdekking
Schroef
Aansluitkabel
Verdeelpaneel