Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-
melijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschrif-
ten
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor per-
soonlijk letsel.
!
Opgelet
Dit teken waarschuwt voor mate-
riële schade en schade aan het
milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking"
bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze bedieningshandleiding is bedoeld
voor de bedieners van de installatie.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik
door personen (inclusief kinderen) met
beperkte lichamelijke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of met een
gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij
ze onder toezicht staan van een persoon
die voor hun veiligheid verantwoordelijk
is en instructies hebben gekregen over
het gebruik van het toestel.
!
Opgelet
Kinderen moeten onder toezicht
staan.
Garanderen dat kinderen niet
met het toestel spelen.
2
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde werk-
zaamheden aan de installatie
kunnen leiden tot levensgevaar-
lijke ongevallen.
Elektrische werkzaamheden
mogen alleen door elektromon-
teurs worden uitgevoerd.
Wat te doen bij brand
Gevaar
Bij brand is er gevaar voor ver-
branding.
■ Installatie uitschakelen.
■ Gebruik een goedgekeurde
brandblusser van brandklasse
ABC.
Voorwaarden voor de installatie-
ruimte
!
Opgelet
Ontoelaatbare omgevingsvoor-
waarden kunnen schade aan de
installatie veroorzaken en een
veilige werking belemmeren.
■ Zorg voor een omgevingstem-
peratuur van meer dan 2 ºC en
minder dan 35 ºC.
■ Luchtverontreiniging door
halogeen-koolwaterstoffen
(bijvoorbeeld in verf, oplos- en
schoonmaakmiddelen) en bui-
tengewone stofvorming (bij-
voorbeeld door slijpwerkzaam-
heden) vermijden.