• Gebruik geen spuitbussen in de
buurt van het apparaat terwijl het
werkt.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te halen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbeheerd
achter tijdens bereidingen waarbij
vetten en oliën vrijkomen die bij
heet worden vlam kunnen vatten.
Wees heel voorzichtig
• Laat geen voorwerpen achter op
de kookoppervlakken.
Waarschuwingen
• Gebruik het apparaat nooit om
de ruimte te verwarmen.
• Sproei geen spuitbussen in de
nabijheid van de oven.
• Gebruik geen plastic vaatwerk of
pannen om voedsel te bereiden.
• De pannen of de vleesroosters
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle pannen moeten een vlakke
en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
• Mors geen zuurhoudende stoffen
zoals citroensap of azijn op de
kookplaat.
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen is behandeld
(bijv. elektrolytische oxidaties,
vernikkeling, verchroming) geen
producten die chloor, ammoniak
of bleekmiddel bevatten.
125