Deze inbouw kookplaat behoort tot klasse 3. We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden. Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com...
Waarschuwingen 1 Waarschuwingen • Kinderen jonger dan 8 jaar mogen niet in de buurt komen van 1.1 Algemene het apparaat als het in werking is. veiligheidswaarschuwingen • Werkzaamheden voor schoonmaak en onderhoud van Persoonlijk letsel het apparaat mogen niet worden •...
Pagina 3
Waarschuwingen • Tijdens het gebruik geen metalen Beschadiging van het apparaat voorwerpen zoals vaatwerk of • Ga niet op het apparaat zitten. bestek op het oppervlak van de • Reinig het apparaat niet met een kookplaat plaatsen omdat deze stoomreiniger. oververhit zouden kunnen raken.
Pagina 4
Waarschuwingen • Mors geen zuurhoudende stoffen • Plaats het apparaat met behulp zoals citroensap of azijn op de van een tweede persoon in het kookplaat. meubel. • Plaats geen lege potten of • Om oververhitting van het pannen op ingeschakelde apparaat te voorkomen mag het kookzones.
Waarschuwingen • Gebruik, waar dit wordt Aansprakelijkheid van de gevraagd, een drukregelaar in fabrikant overeenstemming met de van De fabrikant kan niet aansprakelijk kracht zijnde norm. worden gesteld voor schade aan • Controleer na elke ingreep of personen en voorwerpen ten het aandraaimoment van de gevolge van: gasaansluitingen zich tussen...
Waarschuwingen 1.4 Verwerking Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare In overeenstemming met de materialen. Europese richtlijn AEEA (2012/ • Breng het verpakkingsmateriaal naar 19/EU) moet dit apparaat aan de betreffende centra voor het einde van de levensduur afvalverwerking. gescheiden van het andere vuil verwijderd worden.
Waarschuwingen 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: Waarschuwingen Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten. Beschrijving Beschrijving van het apparaat en de accessoires. Gebruik Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires.
Beschrijving 2.2 Knoppen branders Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de plaat. Druk op de knoppen en draai ze naar links op de waarde om de overeenkomstige branders aan te steken. Om de vlam te regelen draait u de knop in de zone tussen het maximale minimale stand.
Gebruik 3 Gebruik Onjuist gebruik 3.1 Waarschuwingen Gevaar voor beschadiging van Onjuist gebruik de oppervlakken Gevaar voor brandwonden • Dek de branders of de kookplaat niet af met zilverfolie. • Controleer of de vlamverdelers met de • Controleer of de vlamverdelers met de respectievelijke deksels correct in de respectievelijke deksels correct in de zittingen gepositioneerd zijn.
Gebruik 3.3 Gebruik van de kookplaat Correcte positie van de vlamverdelers en van de deksels Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop Voordat de branders van de kookplaat wordt de bijhorende brander aangeduid. ingeschakeld worden, moet gecontroleerd Het apparaat is voorzien van een worden of de vlamverdelers correct met de elektronisch ontstekingsmechanisme.
Pagina 12
Gebruik Wanneer de vloeistof begint te koken, moet Gebruiksbeperkingen van het de vlam laag gedraaid worden om te vleesrooster vermijden dat de vloeistof overkookt. Onjuist gebruik Diameter van de pannen: Gevaar voor beschadiging van het apparaat • AUX: 12 - 14 cm. •...
Pagina 13
Gebruik Wanneer u een vleesrooster wilt gebruiken, moet het volgende advies opgevolgd worden: • de vleesroosters moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden. • houd de zijwand op 160 mm van de rand van het vleesrooster; • als een van de branders nabij de houten achterwand een ultrasnelle brander is, moet u tussen het vleesrooster en die wand een afstand van 160 mm...
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud 4.2 Reiniging van het apparaat Om de oppervlakken in goede staat te 4.1 Waarschuwingen houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn. Onjuist gebruik Gevaar voor beschadiging van Dagelijkse gewone reiniging de oppervlakken Gebruik altijd en uitsluitend specifieke producten, die geen schurende of zure...
Pagina 15
Reiniging en onderhoud Roosters Vonkontstekers en thermokoppels Verwijder de roosters en reinig ze met lauw Voor een goede werking moeten de water en een niet schurend vonkontstekers en de thermokoppels steeds reinigingsmiddel. Verwijder alle afzettingen. rein gehouden worden. Controleer ze regelmatig, en reinig ze indien nodig met Droog de roosters en plaats ze terug.
Installatie 5 Installatie 5.2 Insnijding van het werkblad De volgende ingreep vergt metsel- 5.1 Veiligheidswaarschuwingen en/of timmerwerk, en moet dus Warmteontwikkeling tijdens uitgevoerd worden door een werking van het apparaat bevoegd technicus. Brandgevaar De installatie kan uitgevoerd worden op structuren van •...
Installatie 5.3 Inbouw Op neutrale ruimte of laden Wanneer andere meubelen (zijwanden, Op inbouwruimte voor oven laden enz.), afwasautomaten of koelkasten De afstand tussen de kookplaat en de aanwezig zijn onder de kookplaat, moet keukenmeubels of de inbouwapparaten een dubbele houten bodem worden moet zodanig zijn dat een voldoende geïnstalleerd op een minimale afstand van ventilatie en een voldoende luchtafvoer...
Installatie met opening achteraan Als er geen dubbele houten 2. Breng de pakking met een lichte druk bodem wordt geïnstalleerd, kan de gebruiker per ongeluk hete of aan over de hele omtrek van het gat in scherpe onderdelen raken. het werkblad. 3.
Installatie 5.5 Gasaansluiting Aansluiting met een flexibele stalen slang Voer de aansluiting op het gasnet uit met Gaslek een flexibele stalen slang met continue Explosiegevaar wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de •...
Pagina 20
Installatie Aansluiting op LPG De ruimte moet goed geventileerd worden zodat de hitte en de vochtigheid, die door Gebruik een drukregelaar, en realiseer de de bereidingen geproduceerd worden, aansluiting op de gasfles volgens de geëlimineerd kunnen worden: vooral nadat voorschriften die bepaald worden door de het apparaat lang niet gebruikt is, wordt geldende normen.
Installatie B Evacuatie in enkel rookkanaal met 2. Verwijder de knoppen door ze uit hun elektrische ventilator zitting te tillen. C Evacuatie rechtstreeks in de atmosfeer met elektrische ventilator op de wand of in de ruit D Evacuatie rechtstreeks in de atmosfeer via de wand Lucht Verbrandingsproducten...
Pagina 22
Installatie 5. Verwijder de pakking op de thermokoppels en de vonkontstekers van iedere brander. 2. Verwijder de gasmondstukken “C” met een steeksleutel en monteer de gasmondstukken die voor het nieuwe 6. Verwijder de plaat. gastype geschikt zijn, neem daarbij de aanwijzingen van de desbetreffende tabellen in acht (zie “Type van gas en toebehorende landen”).
Pagina 23
Installatie Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas Schakel de brander in en stel in op de minimale positie. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen.
Pagina 24
Installatie Regeling van het minimum voor vloeibaar gas Draai de schroef naast het staafje van de kraan helemaal rechtsom. Na de regeling met een ander gas dan het gas dat in de fabriek werd afgesteld moet het etiket voor de regeling van het gas, dat is aangebracht op het apparaat, vervangen worden door het etiket...
Pagina 25
Installatie Type van gas en toebehorende landen Type gas IT GB-IE FR-BE DE 1 Methaan G20 20 mbar • • • • • • • • • • G20/25 20/25 mbar • 2 Methaan G20 25 mbar • 3 Methaan G25.1 G25.1 25 mbar •...
Pagina 26
Installatie Tabellen met kenmerken van de branders en de mondstukken 1 Methaan G20 - 20 mbar UR2 (int + ext) Nominaal warmteverbruik (kW) 1.10 3.10 1.10 + 3.90 3.30 Diameter van het gasmondstuk (1/100 mm) 73 + 140 Gereduceerd verbruik (W) 400 + 1200 1400 Primaire lucht (mm)
Installatie De schakelaar dient op een eenvoudig te 5.8 Voor de installateur bereiken plaats en in de nabijheid van het • De stekker moet na de installatie apparaat te zijn aangebracht. toegankelijk blijven. De kabel voor de verbinding met het stroomnet mag niet Aansluiting met stekker en stopcontact verbogen of vastgeklemd worden.