•
Gebruik nooit een machine die defect is. Volg de
onderhouds-, controle- en service-instructies van deze
gebruiksaanwijzing. Bepaalde onderhouds- en
servicemaatregelen moeten uitgevoerd worden door
opgeleide en gekwalificeerde specialisten. Zie instructies
in het hoofdstuk Onderhoud.
Voor ieder gebruik:
1 Controleer of de motorrem goed werkt en onbeschadigd
is. Zie de instructies onder de kop Controle van de
remwerking.
2 Controleer of alle handgrepen en hendels onbeschadigd
en vrij van olie zijn.
3 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed werkt en
niet beschadigd is.
4 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet
beschadigd is.
5 Controleer of alle onderdelen van de grasmaaier zijn
aangedraaid en of ze niet beschadigd zijn of ontbreken.
6 Controleer of het mes niet beschadigd is en geen barsten
heeft. Vervang het mes als dat nodig is.
Starten
WAARSCHUWING! Langdurige inademing
!
van de uitlaatgassen van de motor kan een
gezondheidsrisico vormen.
•
Start de grasmaaier nooit zonder dat mes en alle kappen
correct zijn gemonteerd.
•
Start de machine nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het
gevaarlijk is om de uitlaatgassen van de motor in te
ademen.
•
Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen
risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met
de snijuitrusting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Plaats de grasmaaier op een stabiele ondergrond en start
hem. Zorg ervoor dat het mes niet in contact kan komen
met de grond of een ander voorwerp.
•
Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
Zie instructies onder de kop Starten en stoppen.
Brandstofveiligheid
(Tanken/Opbergen)
WAARSCHUWING! Brandstof en
!
brandstofdampen zijn zeer brandgevaarlijk.
Wees voorzichtig met de hantering van
brandstof en motorolie. Denk aan de
gevaren van brand, explosie en inademing.
•
Tank nooit wanneer de motor van de machine loopt.
•
Zorg voor goede ventilatie bij het tanken en bijvullen van
olie.
•
Verplaats de machine ten minste 3 m van de tankplaats
voor u de motor start.
•
Start de machine nooit:
1 Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt
gemorst. Droog alles af en laat de benzineresten
verdampen.
2 Indien u brandstof of motorolie op uzelf of uw kleding
hebt gemorst. Vervang uw kleding.
3 Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop
en de brandstofleidingen regelmatig op lekkage.
Transport en opbergen
•
Bij stalling voor langere tijd of transport van de grasmaaier
moeten de brandstof- en motorolietanks worden geleegd.
Vraag het dichtstbijzijnde benzinestation waar u uw teveel
aan brandstof en motorolie kunt laten.
•
Bewaar de grasmaaier en de brandstof zo dat eventuele
lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met
vonken of open vuur. Bijvoorbeeld elektrische machines,
elektrische motoren, stopcontacten/schakelaars,
verwarmingsketels of iets dergelijks.
•
De brandstof moet in daarvoor bedoelde en
goedgekeurde tanks worden bewaard.
– 7
Dutch