Storingen oplossen (vervolg)
Symptoom
Slechte acceleratie.
Motor stopt plotseling.
Motor is moeilijk uit
te schakelen.
Zaagbladen zijn in
beweging bij stationair
draaiende motor.
Overmatige trilling.
Accessoire komt niet in beweging.
14
Overige problemen
Mogelijke oorzaak
Verstopt luchtfilter.
Verstopt brandstoffilter.
Arm lucht-brandstofmengsel.
Stationair toerental te laag afgesteld.
Schakelaar staat uit.
Brandstoftank is leeg.
Verstopt brandstoffilter.
Water in de brandstof.
Kortsluiting in bougie of loszittende kabel.
Storing in ontsteking.
Vastgelopen zuiger.
Massakabel zit los of schakelaar is defect.
Oververhitting als gevolg van
onjuiste bougie.
Motor oververhit.
Te hoog stationair toerental van de motor.
Defecte koppelingsveer of versleten naaf
van koppelingsveer.
Loszittende houder van accessoire.
Kromgetrokken of beschadigd accessoire.
Loszittend verbindingsstuk.
Verbogen hoofdas/versleten of
beschadigde bussen.
As niet aangesloten op aandrifeenheid
of tandwielkast.
Gebroken as.
Beschadigde tandwielkast.
Oplossing
Reinig of vervang het luchtfilter.
Vervang het brandstoffilter.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Afstellen: 2750 (±250) min
Zet de schakelaar terug en start opnieuw.
Vul brandstof bij. Zie pagina 8.
Vervang het brandstoffilter.
Brandstof aftappen en vervangen door
schone brandstof. Zie pagina 8.
Reinig de bougie of vervang deze
door een NGK BMR6A. Maak de
bedrading vast.
Vervang de ontstekingseenheid.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Testen en zo nodig vervangen.
Vervang de bougie door een
NGK BMR6A.
Laat de motor stationair draaien tot deze
is afgekoeld.
Stationair toerental afstellen:
2750 (±250) min
.
-1
Vervang veer/schoenen zo nodig.
Controleer het stationair toerental.
Controleer de houders en draai deze zo
nodig opnieuw vast.
Controleer het accessoire en vervang het
zo nodig.
Draai het verbindingsstuk goed vast.
Controleren en zo nodig vervangen.
Controleren en zo nodig terugplaatsen.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
.
-1