Een onderwerp scherpstellen
Wanneer u de knop Sluiter half indrukt, stelt de
camera het onderwerp scherp binnen de focushaken.
Wanneer het onderwerp is scherpgesteld, worden
deze kaders groen.
Als het onderwerp niet wordt scherpgesteld, gebruikt
u Focusvergrendeling (zie
gebruiken op pagina
Een optimale scherpstelling verkrijgen
Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen, worden de focushaken rood.
Dit betekent dat de foto onscherp wordt, omdat deze buiten het focusbereik ligt of de
scène weinig contrast heeft.
Wanneer de camera op een andere opnamemodus (zie
opnamemodi gebruiken op pagina
scherpstellen, kan de foto toch worden genomen. Laat de knop Sluiter los, richt de
camera opnieuw op het onderwerp en druk de knop Sluiter vervolgens opnieuw half
in. Wanneer de focushaken nog steeds rood zijn:
●
Selecteert u een opnamemodus die beter geschikt is voor de scène waarvan u
een opname maakt (zie
●
Als de scène een laag contrast heeft, gebruikt u Focusvergrendeling (zie
Focusvergrendeling gebruiken op pagina
dat meer kleuren of scherpere randen heeft.
●
Als het onderwerp te dichtbij is (minder dan 500 mm), gaat u verder weg staan of
gebruikt u
op pagina
Als de camera is ingesteld op
genomen. Probeer een van de volgende oplossingen:
●
Ga binnen het
Auto in
●
Gebruik Focusvergrendeling in scènes met weinig contrast (zie
Focusvergrendeling gebruiken op pagina
Focusvergrendeling gebruiken
Met behulp van de Focusvergrendeling kunt u scherpstellen op een onderwerp dat
zich niet in het midden van de foto bevindt, sneller actiefoto's maken door van tevoren
scherp te stellen op het gebied waar de actie zal plaatsvinden, of scherpstellen in
situaties met weinig licht of contrast.
HP Photosmart M527 Digitale camera
Focusvergrendeling
13).
De verschillende opnamemodi gebruiken op pagina
Macro (zie Macro in
16).
Macro en niet kan scherpstellen, wordt de foto niet
Macro-bereik staan of stel de camera in op
De verschillende opnamemodi gebruiken op pagina
16) is ingesteld dan
13) en richt u de camera op een punt
De verschillende opnamemodi gebruiken
13).
De verschillende
Macro en niet kan
Auto (zie
16).
16).
13