6 Installatie
Communicatiekaart aansluiten
6.6.4 Een datalogger aansluiten via RS485
6.6.4.1 Inleiding
AANWIJZING
Ongewenste stroom.
Wanneer meerdere omvormers via RS485 met
elkaar zijn verbonden, kan bij enkele installatie-
varianten ongewenste stroom vloeien.
► GND en VCC niet gebruiken.
► Wanneer de kabelafscherming als bescher-
ming tegen blikseminslag moet worden
gebruikt, hoeft slechts één behuizing van
de omvormers in de RS485-serie geaard te
worden.
Klemmentoewijzing van het RS485-klemmenblok
1
2
1
VCC (+12 V; 0.5 A)
2
GND
DATA+ (RS485)
3
DATA– (RS485)
4
DATA+ (RS485)
5
DATA– (RS485)
6
Afb. 6.21:
Klemmentoewijzing van het RS485-klemmenblok
Klemmenpaar 3/4 of 5/6 kan worden gebruikt. Het tweede klem-
menpaar is alleen nodig als meerdere omvormers via RS485 met
elkaar worden verbonden.
Gegevensformaat
9600, 19200, 38400; standaard: 19200
Baudsnelheid
Gegevensbits
8
Stopbit
1
Pariteit
n.v.t.
62
3
4
5
6
DIP-schakelaar voor RS485-afsluitweerstand
Afb. 6.1:
DIP-schakelaar voor RS485-afsluitweerstand
Aansluiting van een datalogger
Op de omvormer worden afzonderlijke draden aangesloten.
DATA+
Klem 3 of 5
DATA–
Klem 4 of 6
Afb. 6.2:
Aansluiting van een datalogger
Aansluitschema voor een enkele omvormer
Beëindigingsweerstand = ON (Aan)
Afb. 6.3:
RS485: aansluitschema voor een enkele omvormer
Installatie- en gendleiding M125HV EU V3 NL 2021-07-12
ON
1
Datalogger